Nederland kan donderdag in Parijs al het aantal gouden medailles van drie jaar geleden in Tokio overtreffen. TeamNL staat vier dagen voor de sluitingsceremonie op negen olympische titels, één minder dan in Tokio. Donderdag kunnen openwaterzwemster Sharon van Rouwendaal, atlete Femke Bol en de hockeymannen voor het tiende en elfde goud zorgen.
De enige keer dat de Nederlandse afvaardiging beter presteerde dan in Tokio was in 2000 tijdens de Spelen van Sydney. Toen gingen er twaalf gouden medailles mee naar huis, aangevuld met negen keer zilver en vier keer brons (25 totaal). Qua totaal aantal medailles staat Tokio bovenaan, met 36 plakken (tien goud, twaalf zilver en veertien brons). Daarbij helpt mee dat er steeds meer sporten zijn waarin medailles te verdienen zijn.
Van dat recordaantal zijn de Nederlandse sporters in Parijs nog ver verwijderd. Tot nu toe hebben deze Spelen negen keer goud, vijf keer zilver en zes keer brons opgeleverd (twintig totaal).
Ook na donderdag kan TeamNL nog volop medailles verdienen. De hockeysters kunnen vrijdag in de finale hun titel prolongeren en zijn net als de mannen sowieso al zeker van zilver. Vrijdag verdedigen ook Sifan Hassan op de 10.000 meter en baansprinter Harrie Lavreysen hun in Tokio behaalde titels. De 18-jarige India Sardjoe maakt kans op een medaille bij de nieuwe olympische sport breaking.
In het slotweekend spelen de waterpolosters nog om hun tweede olympische medaille ooit, na het goud van 2008. Ook gaat Lavreysen op de keirin voor een volgende gouden medaille en is Hassan er alles aan gelegen om op het podium van de marathon te eindigen. Abdi Nageeye gaat op de hardloopwedstrijd over 42,195 kilometer proberen zijn zilveren stunt van Tokio te herhalen en in het atletiekstadion kunnen de estafettevrouwen op de 4x400 meter goud pakken.
Door: ANP