Oud eerste elftalspeler Sam Bouter (89) werd vorige week gehuldigd vanwege zijn 75 jaar lidmaatschap bij voetbalvereniging Jodan Boys in Gouda. Op de jaarlijkse speldendragers avond van de club (waar alle jubilarissen in het zonnetje worden gezet), kreeg hij van voorzitter Marco Kastelein de speciale Jodan Boys-speld.

Bouter kan prachtige verhalen vertellen over hoe het voetballen in de jaren 40/50 van de vorige eeuw plaatsvond na lange treinreizen en wandelingen. In 1942 werd hij lid. De club voetbalde toen in de wijk Bloemendaal op een grasveld van een boer. Daarop stond een houten keet en een steiger aan de slootkant, waar je je kon wassen na afloop. Voor de wedstrijd moest je de koeienvlaaien opruimen. Jodan Boys trok toen nog niet veel publiek, het was meer familiebezoek.

Sam (of eigenlijk Samuel) Bouter speelde al jong in het eerste van Jodan Boys, omdat er veel spelers in 1943/44 in Duitsland te werk werden gesteld. Hij vertelde op de speldendragersavond over de gedwongen overnachting op het politiebureau na een wedstrijd in Klaaswaal. De treinreis duurde nogal lang en daardoor kon men niet meer thuiskomen voor spertijd. Na thuiskomst (de dag erna) bleek één van zijn teamgenoten geen lid meer te mogen zijn van Jodan Boys. Thuiskomen op zondag vanwege een voetbalwedstrijd was namelijk uit den boze. Volgens Sam Bouter was het geen verlies van een groot speler?.  De week erna werd gewoon door een andere speler de koeien van het veld gehaald voordat er gevoetbald kon worden!