Debby Willemsz terug in Oranje

24 August 2019, 08:27 uur
Sport
mainImage

Arno Havenga heeft zeventien speelsters geselecteerd voor het fulltime-programma dat moet leiden naar een topklassering voor de Nederlandse waterpolodames op de Olympische Spelen van Tokio. Eerste doel is echter kwalificatie. Die moet Oranje zien te bewerkstelligen op het EK in januari in Budapest of op het Olympisch Kwalificatie Toernooi (OKT) in maart in Italië. 

De Oranje-selectie voor het Olympisch seizoen bestaat nu uit de volgende speelsters. Met een sterke Goudse vertegenwoordiging: Joanne Koenders (Polar Bears, keepster), Brigitte Sleeking (Widex GZC Donk), Ilse Koolhaas (ZV De Zaan), Nomi Stomphorst (Widex GZC Donk), Sabrina van der Sloot (UZSC), Vivian Sevenich (UZSC), Simone van de Kraats (Polar Bears), Iris Wolves (Polar Bears), Maartje Keuning (ZV De Zaan), Dagmar Genee (UZSC), Rozanne Voorvelt (ZVL-1886), Maud Megens (Widex GZC Donk), Bente Rogge (ZV De Zaan), Maud Koopman (ZV De Zaan), Kitty-Lynn Joustra (ZV De Zaan), Sarah Buis (UZSC, keepster) en Debby Willemsz (Widex GZC Donk, keepster). De selectie zal later nog worden aangevuld met enkele jeugdspeelsters van Jong Oranje onder de 20 jaar. Die ploeg is in september eerst nog actief op het WJK in Portugal.

“Gezien de overvolle kalender in het Olympisch jaar hebben we gekozen voor een fulltime-programma met Nederland als basis. We zullen dagelijks meerdere trainingsessies afwerken in het zwembad en de krachtruimte van het KNZB-Bad in Zeist, maar gaan ook regelmatig naar het buitenland voor stages en toernooien. Daarnaast nemen we komend seizoen ook weer deel aan de World League”, motiveert Havenga het besluit om alle internationals uit buitenlandse competities in de aanloop naar Tokio terug naar Nederland te halen. “Buiten het voordeel dat we meer samen kunnen trainen en aan het team kunnen bouwen, creëren we op deze manier ook meer rust voor de speelsters. Ze hoeven niet meer voortdurend heen en weer te vliegen.” 

Overigens mogen de internationals tussen de Oranje-activiteiten door nog wel aan de bekercompetitie meedoen met hun Nederlandse clubs. Havenga: “We zien dat als een extra wedstrijdprikkel en bovendien is het voor de speelsters goed om de binding met hun club en de jeugd te behouden.”

Meest opvallende ‘nieuwe’ naam in de selectie is die van keepster Debby Willemsz. Zij keert terug in Oranje na eerder dit jaar te zijn gestopt vanwege motivatieproblemen. 

Havenga werd deze zomer ineens geconfronteerd met een keepersprobleem, nadat de twee vaste waarden van de laatste jaren kort na elkaar aangaven niet meer de motivatie te kunnen opbrengen om fulltime met topsport bezig te zijn. Voor Debby Willemsz was dit aanleiding om niet meer aan het zomerprogramma op weg naar het WK Gwangju te beginnen. Laura Aarts had zelf nog wel het WK willen spelen, maar dat was voor Havenga geen optie. 

De bondscoach gaf het vertrouwen aan twee andere talentvolle keepsters – Joanne Koenders en Sarah Buis – en koos er met het oog op ‘Tokio’ voor hen versneld ervaring te laten opdoen in de aanloop naar en tijdens het WK in Gwangju. 

“Maar we kunnen niet met slechts twee keepers het Olympisch jaar in. We moeten waken voor overbelasting. Daarnaast hebben we sowieso minimaal drie keepsters nodig voor afwerkingsvormen op de trainingen”, motiveert Havenga de terugkeer van Willemsz in Oranje. “Zij heeft mij ervan kunnen overtuigen dat ze er voor 100% voor wil gaan. Een zomer zonder waterpolo heeft haar ‘hongerig’ gemaakt en de batterij is weer opgeladen. Daarom heb ik besloten haar weer op te nemen in de selectie. We hebben geen tijd te verliezen. Op 2 september starten we met het Olympisch seizoen.”  

In de Hongaarse hoofdstad kwalificeert de Europees kampioen zich voor de Olympische Spelen van 2020. Mocht dat niet lukken, dan is er in maart voor Oranje nog één van de drie beschikbare tickets voor Tokio te verdienen op het Olympisch Kwalificatie Toernooi in Italië.