Politiek over de rug van Driestar-leerlingen

12 December 2018, 13:06 uur
Columns
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

Column Anna van Poperingen |

Politiek over de rug van Driestar-leerlingen

Politiek heeft zijn eigen werkelijkheid. Zo blijkt maar weer uit de grote ophef die is ontstaan over het voorstel van het college om als gemeente bij te dragen aan de meerkosten voor de nieuwbouw van het  Driestar College die zijn ontstaan als gevolg van het faillissement van de betrokken aannemer.

Achtergrond keuze voor nieuwbouw
Het besluit om indertijd nieuwbouw voor het Driestar college te realiseren – in plaats van renovatie – was voor alle partijen een win – win situatie.  Daardoor kwam het gebouw van het Driestar College aan de Clematislaan vrij dat geschikt gemaakt kon worden voor de combinatie van De Ark en Gemiva. De Ark was maar liefst 12 jaar lang op zoek naar een geschikte nieuwe locatie. Na het afketsen van huisvesting in de PWA-kazerne klonk dan ook luidkeels de roep om nu echt op korte termijn tot nieuwe huisvesting te komen, ‘so far so good’.

Nieuwbouw voor het Driestar College aanpalend aan de overige gebouwen aan de Ronsseweg was verder wenselijk vanwege de efficiency voordelen voor de school. Leraren kunnen daardoor werkzaam zijn in verschillende gebouwen, zonder noemenswaardige reistijd. Ten slotte was het gebouw van het Driestar College aan de Clematislaan ook nog eens te groot afgezet tegen de leerlingenpopulatie met daardoor onnodige extra kosten tot gevolg. Kortom, het was vanuit meerdere perspectieven zeer goed verdedigbaar om te kiezen voor nieuwbouw.

Ontoereikend budget
De start van de nieuwbouw was helaas ongelukkig. Het door de gemeente ter beschikking gestelde budget was nog gebaseerd op oude, veel te lage normen voor bekostiging van onderwijshuisvesting. Deze normbedragen zijn inmiddels met 40% verhoogd. Dat het budget te laag was blijkt ook wel uit het feit dat – ondanks de toenmalige crisis in de bouwwereld – slechts een partij in schreef op de aanbesteding. Het Driestar College was vervolgens aanbestedingsrechtelijk gehouden om met deze partij in zee te gaan.

Bouwen met een veel te laag budget, dat kon niet goed gaan… De aannemer is dan ook lopende het project failliet gegaan. Het Driestar College was vervolgens genoodzaakt om op stel en sprong een andere aannemer in te schakelen. De crisis was inmiddels voorbij, aanbesteding was gezien de termijn waarop het gebouw beschikbaar moest zijn niet mogelijk en het is dan ook geen wonder dat deze ontwikkeling leidde tot forse meerkosten.

Zorgplicht gemeente
Het Driestar College is bouwheer en krijgt daarom als opdrachtgever in eerste instantie de extra kosten voor zijn kiezen. Op grond van de wet heeft de gemeente echter een zorgplicht ten aanzien van het Driestar College waar het gaat om onderwijshuisvesting. De gemeente kan het Driestar College dus niet zomaar aan zijn lot overlaten.

Daar komt bij dat de gemeente in dit geval bij aanvang nogal zuinig is geweest. Hanteer je de nieuwe normen voor bekostiging van onderwijshuisvesting dan zou de gemeente bij aanvang al veel meer hebben bijgedragen.

Onverantwoord en strijdig met zorgplicht om kosten (volledig) bij het Driestar College te leggen
Ten slotte geldt dat iemand de rekening moet betalen. Doet de gemeente dit niet, dan is het Driestar College de partij die deze kosten moet dragen. Het weerstandsvermogen van het Driestar College komt in dat geval zwaar onder druk te staan. Dat maakt dat de school nog meer zal moeten bezuinigen. Verdere bezuinigen gaan rechtstreeks ten koste van de leerlingen. De school heeft al fors bezuinigd omdat zij een deel van de meerkosten voor eigen rekening heeft genomen. Verder bezuinigen op materiële zaken is daardoor niet meer mogelijk. In plaats daarvan zal de school klassen moeten vergroten. Een ontwikkeling die al is ingezet; het Driestar College heeft met ingang van het dit schooljaar 5 klassen minder gevormd terwijl het leerlingenaantal maar met 25 is gedaald. Onlangs begreep ik van een leerling van het Driestar College dat zij bij een vak maar liefst een klas heeft met  een omvang van 33 leerlingen. Er zijn inmiddels meerdere klassen met een omvang van 31 of 32 leerlingen. Het lijkt mij verre van wenselijk om dat aantal nog verder te laten toenemen.

Kortom, het college heeft terecht haar verantwoordelijkheid genomen door het voorstel te doen om een deel van de meerkosten te dragen. Daarbij komt dat – zelfs als het Driestar College voldoende eigen vermogen zou hebben – dat niet af doet aan de zorgplicht van de gemeente.

 Lessen trekken
Tegelijkertijd is het wel van belang dat zowel de gemeente als het Driestar College lessen trekken uit de gang van zaken. De ChristenUnie steunt dan ook een motie van GroenLinks om te onderzoeken hoe we dit soort tegenvallers in de toekomst kunnen voorkomen door bij aanbestedingen meer regels te stellen ten aanzien van de financiële stabiliteit van de inschrijvers.



Anna van Popering (tweede van links zittend op de bank), raadslid voor de ChristenUnie en advocaat bij Bos Van Eck Advocaten