Column Gert Visser |
Vuilnis
We leven in consumptiemaatschappij en we produceren enorm veel afval.
Het afval wordt vervolgens verwerkt, gerecycled. Vroeger heette dat vuilnis.
Vuilnis gooide je in een zinken vuilnisbak, er was een lorrenboer, een schillenboer en een man die papier ophaalde voor de zangvereniging.
Tegenwoordig gooi je afval in een groenbak, een papierbak, een glasbak, een tuinafvalbak, een textielbak, een PMD-bak of in een restafvalbak.
Het kost een bak geld, maar het is goed geregeld.
Wat niet verandert is dat er altijd mensen moeten zijn die al dat vuil ophalen. De vuilnismannen en -vrouwen.
Op hete dagen, op natte dagen, op stormachtige dagen, bij sneeuw en ijs. Altijd sjouwen.
Waarom nu dit verhaaltje?
Ik ergerde me onlangs behoorlijk aan de boze blikken van mensen in hun auto’s die even moesten wachten toen vuilnismannen vuilnisbakken leegden in een smalle straat. Achter me werd al luid getoeterd.
Toen de vuilniswagen wegreed besefte ik dat zij dit iedere dag moeten aanhoren en de boze blikken moeten trotseren.
Even een paar minuten wachten mensen, is dat nu zoveel gevraagd?
Gert Visser