Op 91-jarige leeftijd is zaterdagmorgen in het bijzijn van zijn beide zonen overleden Feyenoords topsorer aller tijden: Cor van der Gijp. Hij was kort ziek en verbleef al enige jaren in een verpleeghuis in Dordrecht.
De laatste keer dat Van der Gijp zich temidden van bekenden bevond was in 2018 toen de ook inmiddels overleden oud-burgemeester Bram Peper hem het eerste exemplaar uitreikte van het door Jan D. Swart geschreven boek over het beroemde Feyenoord-trio Moulijn-Schouten-Van der Gijp onder de titel: Kraan en de donderstenen van Feyenoord. Cor van der Gijp was toen net weduwnaar.
Cor van der Gijp speelde in zijn jeugdjaren bij Emma in Dordrecht en kwam voor de transferprijs van 18.000 gulden in de zomer van 1955 als international over naar Feyenoord. Toch maakte hij pas in januari 1956 zijn debuut bij de Rotterdammers vanwege een langdurige knieblessure. Met zijn komst in de punt van de aanval maakte Feyenoord de grootste salto mortale uit de geschiedenis. De eveneens in de zomer van 1955 aangetrokken Henk Schouten en Coen Moulijn trokken zich op aan de aanwezigheid van de lange middenvoor en met elkaar groeiden ze uit tot een illuster drietal, dat in die samenstelling tot december 1963 in de voorhoede bijeen bleef. Van der Gijp scoorde in totaal 177 doelpunten voor Feyenoord.
Later werd hij trainer van regionale amateurclubs, verder van Veendam (waarin Johan Derksen speelde), was technich manager van Feyenoord in de periode Hans Kraay (1989) en bekleedde functies bij FC Dordrecht, DS'79 en Eindhoven. Hij kwam 16 keer uit voor Oranje.
Cor van der Gijp - de oom van René van der Gijp - wordt in besloten kring gecremeerd.