Column Martha Wesenhagen


Begrip


Elk jaar vraag ik mij af wanneer het stopt. Vanaf kleins af aan heb ik een haat-liefde-verhouding met die ouwe grijsaard uit “Madrid”. Ineens is ‘ie er weer met zijn uitbundig, uitgedoste, zwarte clan. Wat was ik bang van die zwart geschminkte kerels met hun SM-roe’tje en hun muf riekende aardappelzak. Waar je met een beetje domme pech in belandde als je te vrijpostig was geweest.


Toch vreesde ik mijn klasgenootjes meer, zo ook de opgeschoten jongens uit de buurt. Immers veranderde mijn naam in de decembermaand in “Zwarte Piet”. Waardoor mijn focus switchte van dit o, zo leuke traditionele, folkore kinderfeestje naar een paar kilo kinderangst.

Hoe zou het zijn geweest, als men mij gewoon “Martha” had blijven noemen, niet gepest had ten tijde van de Goedheiligman zijn verblijf? Dan had ik echt kunnen genieten van de surprises, liedjes, kruidnoten en al het andere strooigoed. Ik zal het nooit weten, mijn kindertijd is overdatum. 25 jaar later was het niet anders bij mijn zoon. Ook hij heeft met mate genoten.

Het negatieve sfeertje dat om Pieterbaas heen hing, maakte het er niet beter op. Iemand de zwarte Piet toespelen is niet heel positief. Zit niets negatiefs bij hoor, snateren vele landgenoten. Echter als ik iets verkeerd deed scandeerde mijn witte omgeving toch op zijn ouderwets Rotterdams “kanker Zwarte Piet”. Ook als ik niets deed trouwens, kwam het met dezelfde moeite hun strotten uit. Al dan niet met een vreselijke ziekte voor zwarte. Ik was een Zure Mopper Piet. Ik zag het positieve niet, moet ik je bekennen. Als kind relativeer je nu eenmaal anders. Het feest an sich is super gezellig. Al die families, vriendenclubjes die voor elkaar en met elkaar surprises maken, uit volle borst hun gedichten voordragen. Geweldig toch?! Wie kan daar iets op tegen hebben? Ik niet.

Vandaag, krijg ik nog meer de zenuwen van het hele Sinterklaas gebeuren. Het is een gezwel van een feest geworden. Voor en tegenstanders die voor kinder-ogen en oren hun gelijk willen halen. Stink-hoer spreekkoren. Middenvingers in plaats van zwaaien naar Baardmans. Nooit gedacht dat ik dit zeggen zou, “Arme” Piet? Hij is een heuse Excuus Piet geworden, om heerlijk ongegeneerd, repugnant gedrag tentoon te spreiden.

Ondanks alle pesterijen van weleer begrijp ik de witte Nederlander wel. In hun Nederland waar, met alle respect naar de Moslim gemeenschap, op vele plaatsen steeds meer Moskeeën komen. Waar Pardonners tot voor kort urgenter waren dan hun eigen kinderen, die al 10 jaar op dezelfde wachtlijst staan voor een sociale huurwoning. Waar subsidies worden verstrekt om werkgevers te motiveren om een allochtonen in dienst te nemen. Waar in sommige steden een voorkeursbeleid gehandhaafd wordt, om bij gelijke geschiktheid de migrant een voorkeurspositie in de schoen te schuiven. Waar de naam van snoepgoed moest veranderen omdat anders hele groepen zich te kort gedaan voelden. Ik begrijp het sentiment. Ik begrijp de onmacht. Ik begrijp dat het pijn doet. Ik begrijp als zwarte vrouw het Pieten gebeuren. Ik begrijp beide kanten. Wat ik niet begrijp is waarom men niet gewoon met elkaar in gesprek gaat.