Megens: waterpolosters VS met lef verslaan

15 July 2019, 13:14 uur
Sport
mainImage

Hoe moeten de zo dominante Amerikaanse waterpolosters verslagen worden? Als iemand daar een antwoord op weet, dan is het Maud Megens wel. De 23-jarige Rotterdamse studeert en speelt in de Verenigde Staten, voor de universiteit van Los Angeles. Het komende seizoen is ze evenwel weer terug te vinden in de gelederen van Widex GZC Donk.

"De Amerikanen bereiden zich altijd heel secuur voor, alles wordt ingestudeerd. Juist een team zoals wij, dat met veel creativiteit, lef en initiatief speelt, kan ze dan verrassen", zegt Megens, die het met de Nederlandse waterpolosters op het WK in Zuid-Korea weer gaat opnemen tegen 'Team USA'.

Beide landen kwamen elkaar de afgelopen jaren regelmatig tegen. In de WK-finale van 2015 moest Oranje het nipt afleggen tegen de olympisch kampioen (4-5). Ook in de superfinale van de World League ging de ploeg van de Rotterdamse bondscoach Arno Havenga zowel vorig jaar als afgelopen maand onderuit tegen de Amerikaanse vrouwen, die slechts zelden verliezen.

"De gedrevenheid en motivatie worden bij ons daardoor iedere keer wel steeds groter", zegt Megens. "En voor Amerika neemt de druk om weer te moeten winnen alleen maar toe. Wij hebben eigenlijk niets te verliezen. We respecteren ze, want de Amerikanen hebben een goed team. Maar wij zijn ook goed, dat weten zij ook. En wij zijn voor niemand bang."

Megens verhuisde drie jaar geleden naar de 'States', waar ze sociologie en psychologie studeert. De Rotterdamse speelt daarnaast voor USC Trojans, het universiteitsteam in LA. "Als ik in mijn USC-sweater door de supermarkt loop, schiet iedereen me aan. 'Fight on', zeggen ze dan, de slogan van onze universiteit. Je bent onderdeel van een familie. En als sporter sta je daar echt op een voetstuk."

Megens heeft haar studie een jaar stopgezet, omdat alle internationals terugkeren naar Nederland om gezamenlijk toe te werken naar het grote doel: deelname aan de Olympische Spelen van Tokio. "En daarna ga ik terug naar de VS om het laatste jaar van mijn studie af te maken." Voor die tijd wil ze de Amerikaanse speelsters wel nog een keer verslaan met Oranje. Misschien dinsdag al, in de tweede groepswedstrijd op het WK. Maar veel liever nog volgend jaar in Tokio.

"We moeten er vol voor gaan, met ballen spelen. Niet denken: o, als ik maar niet mis schiet. Nee, de dood of de gladiolen", zo luidt de oorlogstaal van Megens. "De Amerikanen zijn vanaf jonge leeftijd al 'gedrild'. Ze trainen niet drie keer per week, maar drie keer per dag. Alles is ingestudeerd. Maar bij ons team weet je nooit waar het gevaar vandaan komt. De nieuwe spelregels zijn ook in ons voordeel, het spel gaat sneller en er gebeurt steeds iets anders in het water. Dat past beter in ons straatje dan in dat van de Amerikanen."