6-5-1970: De reisleider in San Siro

6 May 2020, 01:00 uur
Sport
mainImage
Anefo - Ga-het-na
Manager Guus Brox, bestuurslid Gerard Kerkum en trainer Ernst Happel in San Siro. Inzet rechts: reisleider Rien Robijns (later een van de hoofdredacteuren van Het Vrije Volk)

door Jan D. Swart

Honderden duivennagels tikken op de overkapping van het station in Milaan wanneer in aanloop naar de Europa Cup finale van Feyenoord tegen Celtic de eerste vierduizend supporters van Feyenoord met de gecharterde treinen uit Holland arriveren. Vijftig jaar geleden zitten de duiven achterstevoren en kliederen met hun mest. Een nooit vergeten welkom.

Milaan is haute couture, toeristisch, mondain, maar mist de spanning en triestigheid van het Oostblok. Geen donkere portieken waar zloty’s en roebels kunnen worden gewisseld. Ook geen gelazer. In de archieven is later geen arrestatie terug te vinden. Wel een dode. Er sterft na afloop één Schot, omdat hij onder de tram loopt. Het dagblad De Telegraaf kopt: ’Er waren Schotten die niet verder wilden leven.’

Het zijn niet de rustigste landschappelijke weken die aan de adembenemende Europese hoofdprijs vooraf zijn gegaan. Er is traditioneel repeterend kleutergeleuter bij Feyenoord omdat posities dubbel bezet zijn. Ernst Happel heeft het er maar zwaar mee. Guus Haak in de contramine als Piet Romeijn speelt. Vervolgens andersom. Ter linkerzijde defensief identiek: Veldhoen-Van Duivenbode. Donkere tunnels van onbegrip, later zullen ze er alle vier om lachen.

Maar de keuze tussen de keepers zorgt voor de grootste rookpluim. Tien dagen voor de finale, na acht maanden waarin Eddie Treijtel consistent de voorkeur heeft gekregen, neemt Happel een legendarisch besluit en kiest voor de inmiddels 36-jarige Eddie Pieters Graafland. Een routinier. Treijtel en PG schelen twaalf jaar. Oorzaak: een wedstrijd tegen Ajax waarin Treijtel blundert. Maar blundert hij wel echt? Er is geen VAR en Happel kijkt op afstand. 

Plotseling weer volle maan op het gezicht van de oud Oranje-doelman Eddy PG, die sinds 1958 onafgebroken als in beton gegoten de eerste keuze bij Feyenoord is geweest en samen met Coen Moulijn resteert uit de tijd van Kiebooms eerste revitalisering. Een gentleman. Niet gepikeerd omdat Treijtel hem de baas is geworden, wel omdat Happel hem een volledig seizoen heeft gemeden: incommunacado. PG vraagt bedenktijd, een onderhoud en krijgt dan één eredivisiewedstrijd de tijd (tegen DOS) om op stoom te komen.

Eddy PG, de eerste voetballer met een eigen fanclub, zou deze dagen overal zijn geïnterviewd als eind vorig week thuis in Barendrecht het noodlot niet zou hebben toegeslagen. 

Comomeer

Het is mooi in het pittoreske Cernobbio aan het paradijselijke Comomeer, steegjes, keienstraatjes, trattoria’s en fluisterboten op het water. Grand Hotel Regina Olga is hermetisch afgesloten voor fans, journalisten en fotografen. Ernst Happel en Guus Brox willen rust voor de zestien voetballers. Ofschoon: zwaar toezicht op naleving is er niet, want er bereiken Nederland telelensfoto’s waarop te zien is dat Eddy PG door Treijtel wordt ingeschoten. Maar het beeld van een met pijn kronkelende Moulijn, die op de training Rinus Israel wilde passeren, ontbreekt. Niet de consternatie.

Het wel of niet kunnen meespelen van de big star is hot news. Ook de al dagen durende ambtenarenstaking in Milaan wordt opgeklopt tot een dreigende chaos. Wijkt men uit? Wordt het Rome?
San Siro in Milaan is een gemeentestadion. Alle beroepen die er werkzaam zijn worden alfabetisch opgesomd. De kranten moeten vol nu Happel zich op het smeltende hotelterras in zwijgzaamheid heeft teruggetrokken zonder zijn vaste kaarters, de aardappelboer uit Piershil en de sherrykoning uit het Westland.

Als woensdagavond 6 mei 1970 om tien voor half twaalf Lo Bello in San Siro affluit en van een staking niets te merken is geweest, duurt het nog twintig minuten voordat de Coolsingel vol is voor een nachtfeest dat naar schatting 20.000 Rotterdammers vieren met brigadiers van de politie op hun schouders. Toen was geluk nog heel gewoon.

Rien Robijns

Moulijn had die ochtend van dokter Max Abarbanel een joekel van een pijnstillende spuit in zijn enkel gekregen en meegespeeld. Laseroms slikte een lekker pilletje, deelt er naar zeggen hier en daar nog eentje uit en het wonder is geschied. De premie van 15.000 gulden per speler kan worden geïncasseerd.

Op het onafzienbare plein achter San Siro, waar aanloop, gebeurtenis en gevolg tussen Hollanders en Schotten in emoties gescheiden zijn, zoekt Rien Robijns, algemeen verslaggever van Het Vrije Volk, naar de supportersbussen waarover hij de verantwoording heeft. In navolging van Lissabon (1963) heeft het Rotterdamse dagblad ook nu zijn eigen exclusieve feestreis georganiseerd. Robijns is reisleider. Een combi-job. Maar hij kan zijn touringcars niet vinden. Er staan er naar wilde schatting duizend. ’’Let op het nummer’’, had hij vanachter zijn triomfsnor bij het aankomst parkeren geroepen. ’’Pak een pen, en tatoeëer het op uw arm.’’

Briljant idee vonden zijn lezers, maar zelf was hij ’t vergeten. Zeven zware uren na de finale levert Robijns naar zijn gevoel op de luchthaven van Rotterdam vrijwel iedereen af die zichzelf aan de georganiseerde diensten van Het Vrije Volk had toevertrouwd. Thuis in Dordrecht belt hij in de vroege ochtend zijn verslag door en voegt er een laatste alinea aan toe, die voor intimi historisch is. ''Ik zag zojuist nog drie mensen hardhollend aan mijn deur voorbij gaan. Het was een eind lopen, maar gelukkig zijn ook zij nu binnen.''

De reisleider is een hoofdstuk uit het boek ‘Kraan en de donderstenen van Feyenoord’ van de hand van Jan D. Swart.