Zes eeuwen vrouwelijke geschiedenis in Museum Gouda

31 January 2025, 10:37 uur
Lokaal
mainImage

Op zaterdag 8 maart, tijdens Internationale Vrouwendag, opent in Museum Gouda Ongehoord – Verzamelde vrouwen. De tentoonstelling biedt een blik op de Nederlandse geschiedenis door de ogen van meer dan dertig vrouwen, van gravin Jacoba van Beieren tot vroedvrouw Anna van Hensbeek en van kunstenaar Charley Toorop tot de Goudse Rkia Majourhate. Aan de hand van de persoonlijke verhalen werpt de tentoonstelling licht op de positie van de vrouw in de afgelopen zeshonderd jaar. Emancipatiegolven blijken steeds opnieuw tot conservatieve tegenreacties te leiden - er is niets nieuws onder de zon. Ook in het verleden speelden vrouwen een onmisbare rol in de samenleving.

Conservator Jorien Soepboer deed in 2024 onderzoek naar meer dan dertig vrouwen in de collectie van Museum Gouda. Kunstenaars, geportretteerden en historische figuren kregen een naam, of raakten deze juist kwijt bij gebrek aan documentatie. Gezamenlijk schetsen deze vrouwen een beeld van ‘de andere helft’ van de geschiedenis van ons land. Historicus Femke Deen, samensteller van het boek Moeders des Vaderlands, plaatst de geportretteerde vrouwen in de context van de geschiedenis. Juridisch gezien waren vrouwen eeuwenlang minderwaardig aan mannen - pas in 1956 werd de Wet handelingsonbekwaamheid afgeschaft en mochten getrouwde vrouwen werken, een bankrekening openen en zonder toestemming op reis. Maar al was gelijkwaardigheid formeel vaak ver te zoeken, wetten en regels stroken niet altijd met de realiteit. Vrouwen vulden cruciale rollen in de samenleving, ondanks de structurele uitsluiting uit veel domeinen van het publieke en professionele leven.

Mazen in een mannenwereld
In de zestiende eeuw heerst het ideaalbeeld van een bescheiden en zorgzame vrouw die zich ontfermt over het huishouden. Maar een vrouw als Lydia van Rijswijk (1525-1602) bemoeit zich actief met de financiële huishouding van haar familie en spant eigenhandig verschillende rechtszaken aan. Kunstenaar Cornelia de Rijk (1653-1726) is een succesvol schilder van vogels en landschappen, in haar eigen tijd vergeleken met d’Hondecoeter. Na het overlijden van haar man is zij kostwinner, bestiert een verfwinkel en vult haar inkomen uit opdrachten aan met schilderlessen. Vrouwen in alle lagen van de samenleving hebben in de vroegmoderne tijd aanzienlijke zelfstandigheid, maar ze laten maar weinig tastbare sporen na. In de archieven worden de meeste vrouwen enkel aangeduid als echtgenoot, moeder of dochter van een man.

Vrouwenwerk
In de sporen van de Franse revolutie van 1789 en de Verlichting, krijgen vrouwen tijdelijk meer ruimte, maar in de 19de eeuw volgt een conservatieve tegenreactie en worden vrouwen nadrukkelijk naar de huiselijke sfeer verbannen. Ambachten die vrouwen al eeuwen uitvoeren worden taboe en de arme arbeidersvrouwen die wel moeten werken, verdienen veel minder dan mannen, zoals de kaarsenmaaksters die Jan Toorop in 1905 vastlegt. De ongelijkheid leidt eind 19de eeuw tot de eerste echte emancipatiebeweging. De Nationale Tentoonstelling voor Vrouwenarbeid geeft vrouwelijk talent een podium, zoals glasgraveerder Johanna Breebaart. Vrouwen worden toegelaten tot kunstopleidingen in binnen-en buitenland, en winnen prijzen en beurzen, zoals schilder Barbara van Houten (1862-1950). In 1919 wordt het speerpunt van de beweging bewaarheid: vrouwenkiesrecht.

Emancipatiegolven
Tussen de twee wereldoorlogen lijkt een andere tijd aangebroken, vrouwen dringen door in de politiek, de wetenschap, muziek en literatuur. De zussen Constance en Péronne Arntzenius, in hun jeugd veelvuldig vastgelegd door schilder Tholen, maken onverschrokken gebruik van hun vrijheden. Vanaf de jaren tien maken ze reizen door de Verenigde Staten, Canada en Mexico als een soort backpackers avant la lettre. Onderweg verdienen ze geld met hun zangkunsten, fotografie en films. Maar in de jaren vijftig worden vrouwen weer massaal opgesloten in het ideaalbeeld van de bevallige echtgenote achter het aanrecht. Dit leidt eind jaren zestig tot een tweede feministische golf. Vrouwen gaan de barricaden op tegen ongelijkheid en voor zeggenschap over hun eigen lichaam. Josine de Bruyn Kops (1940 – 1987) heeft als directeur van Museum Gouda een belangrijke rol, zij is de eerste die een feministisch beleid voert en werk van vrouwelijke kunstenaars aankoopt.

Rolmodellen
Nog in 1971 stond in het wetboek dat de man het hoofd van het gezin was, en dat een vrouw aan hem gehoorzaamheid was verschuldigd. Pas vijftig jaar zijn vrouwen juridisch gezien werkelijk gelijkwaardig aan mannen - in het licht van de geschiedenis slechts een ogenblik. De hoop dat het na de tweede feministische golf klaar was met de emancipatie, blijkt voorbarig. Nieuwe rolmodellen blijven nodig, zoals Rkia Majourhate, een sterke Marokkaans-Goudse vrouw, vastgelegd door fotograaf Khalid Amakran. De geschiedenis laat zien dat emancipatie steeds weer een tegenreactie oproept, het is een voortdurende golfbeweging. De recente mondiale inperking van abortuswetgeving en de opkomst van de nieuwe huisvrouwen, de tradwives, illustreren de kwetsbaarheid van de huidige verworvenheden.

Het onderzoek naar de vrouwen in de collectie van Museum Gouda werd mogelijk gemaakt dankzij het Conservatoren Stipendium van het Cultuurfonds.