Waterpolosters voor het eerst sinds 2008 weer naar Spelen

23 January 2021, 19:30 uur
Lokaal
mainImage

De Nederlandse waterpolosters hebben zich zaterdag voor het eerst sinds de historische olympische titel van 2008 geplaatst voor de Spelen. De Nederlandse vrouwen, met een sterke Goudse vertegenwoordiging, versloegen Griekenland met 7-4 (1-2, 2-2, 2-0 en 2-0) in de halve finales van het olympisch kwalificatietoernooi in Triëst en pakten zo een ticket voor Tokio.

Nadat de waterpolosters dertien jaar geleden in Peking verrasten met olympisch goud, greep Nederland in 2012 en 2016 op pijnlijke wijze naast kwalificatie voor Londen en Rio de Janeiro.

De druk in de aanloop naar de beslissende wedstrijd zaterdag tegen Griekenland was daarom groot, maar ditmaal ging Oranje niet ten onder. De Griekse vrouwen kwamen nog wel met 3-4 voor in Triëst, maar de ploeg van bondscoach Arno Havenga knokte zich knap terug, waarna de ontlading groot was. Maud Megens scoorde drie keer.

Oranje, dat al jaren tot de wereldtop behoort, speelt zondag nog de eindstrijd van het OKT tegen de winnaar van Italië-Hongarije, maar daarbij staat niets meer op het spel. Een finaleplaats was genoeg om Tokio te halen. Het is de derde keer dat de waterpolosters meedoen aan de Spelen. Bij de eerste deelname, in 2000 in Sydney, was de vierde plaats het eindresultaat.

Waterpolo is de vierde teamsport waarbij Nederland vertegenwoordigd zal zijn in Tokio. Eerder plaatsten de voetbalsters, de handbalsters en de hockeymannen en vrouwen zich.

Keeper Willemsz uitblinker bij Oranje
Op het OKT in Triëst bewijzen de waterpolosters dat een medaille in Tokio mogelijk is. De Europees kampioen van 2018 verloor geen enkele wedstrijd in de Italiaanse stad en tegen Griekenland waren de cijfers met 7-4 overtuigend. Oranje pakte zo de laatste kans. De ploeg van Havenga had vier kansen om zich te plaatsen voor Tokio. Via de World League, het WK en EK lukte het allemaal niet en dus kwam alles weer aan op het OKT.

In de beslissende halve finale tegen Griekenland beleefde Nederland een flitsende start. Binnen een halve minuut maakte Megens 1-0 uit een strafworp, maar daarna had Oranje moeite om gaten te vinden in de Griekse defensie.

Na de eerste periode keek de ploeg van Havenga tegen een achterstand van 2-1 aan en toen Griekenland aan het begin van de tweede periode op 3-1 kwam, leek Oranje de grip op de wedstrijd even kwijt. Keeper Debby Willemsz voorkwam met enkele reddingen dat het gat echt groot werd.

Willemsz, die in 2019 vanwege motivatieproblemen stopte bij Oranje maar later dat jaar terugkwam op dat besluit, gaf de ploeg daarmee weer vertrouwen. Brigitte Sleeking en Simone van de Kraats trokken de stand weer gelijk (3-3), maar zes seconden voor het einde van de tweede periode kwam Griekenland toch weer op voorsprong.

Toen het echt moest en de druk er vol op stond, lieten de Nederlandse waterpolosters hun klasse zien. De uitblinkende Willemsz bleek na de rust niet te passeren en via doelpunten van Megens (twee), Sabrina van der Sloot en Van de Kraats haalde Oranje het zo gewenste olympisch ticket binnen.