Turfmarktkerk stond niet op instorten, sloop was niet nodig

17 December 2020, 19:43 uur
Lokaal
mainImage

De Goudse Turfmarktkerk had niet gesloopt hoeven worden. Het college van Gouda beoordeelde ten onrechte dat de kerk op instorten stond. Er was derhalve geen groot gevaar voor de direct omwonenden die op 24 oktober 2018 op stel en sprong dagen hun huis uit moesten, omdat Gouda ‘ernstig vrees’ had dat de kerkgevel het zou begeven.

Dat blijkt uit de conclusies van een onderzoek door Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StAB). Deze stichting keek op verzoek van de Haagse bestuursrechter of de Turfmarktkerk terecht overhaast en grotendeels is gesloopt door de gemeente Gouda.

Sloopkosten
Naast dat er geen noodzaak tot sloop bleek te zijn, concluderen onderzoekers dat de kosten voor de sloop - ruim 540.000 euro - veel hoger zijn geweest dan nodig. Het onderzoeksbureau schat de benodigde kosten voor de sloop, die eigenlijk niet nodig was, op zo'n 280.000 euro.

Eigenaar Khalid Boutachekourt heeft altijd volgehouden dat de gemeente hem heeft misleid en dat er spelletjes met hem zijn gespeeld. Gouda nam hem het sloopproces uit handen. Dat gebeurde zeer tegen zijn zin in. Omdat het volgens de gemeente onveilig was in de buurt van het kerkgebouw, vaardigde toenmalig burgemeester Milo Schoenmaker een noodverordening uit waardoor het gebied tijdelijk verboden terrein werd. Wat volgde was een slepende affaire waarin binnen en buiten de politiek voor- en tegenstanders lijnrecht tegenover elkaar kwamen te staan.

Het langlopende conflict tussen de gemeente Gouda en eigenaar van de kerk, Khalid Boutachekourt, is er eentje waar de burgemeester en wethouders van Gouda geregeld de plank hebben misgeslagen. Zo schrijven de onderzoekers van StAB. De gemeente concludeerde dat de kerk gesloopt moest worden en legde de eigenaar een last onder bestuursdwang op om de sloop af te dwingen. Op 10 oktober 2018 kwamen de gemeente en de eigenaar een plan van aanpak tot sloop overeen, maar een week later kreeg Boutachekourt via een WhatsAppbericht van wethouder Thierry van Vught te horen dat de gemeente de regie rondom de sloop helemaal zelf op zich zou nemen.

Woningen ontruimd
De onderzoekers concluderen dat er, anders dan de gemeente destijds beweerde, eind oktober 2018 geen direct instortingsgevaar was voor de omgeving. Zes woningen werden toen ontruimd. De gemeente ging in 2018 uit van het label ‘zeer instabiel’, nadat de Omgevingsdienst Midden-Holland op 17 en 18 oktober van dat jaar direct instortingsgevaar constateerde. Ingenieursbureau Peters & van Leeuwen, dat werd ingehuurd door de gemeente, ging op 22 oktober 2018 mee in die conclusie. 'De waarnemingen op 17 en 18 oktober 2018 geven weliswaar aanleiding tot zorg over de draagconstructie, maar deze zorg had eerst met een gedegen onderzoek bevestigd of weggenomen moeten worden, alvorens bestuursdwang toe te passen', schrijven de onderzoekers.

Volgens StAB bestond het gevaar niet en waren de omwonenden veilig. Gouda liet zich voor een deel leiden door een rondgang door de kerk en het vergelijken van oude en nieuwe foto’s. Op die manier te werk gaan kan iets duidelijk maken over de slechte staat van de kerk, maar niet over de gevaren, volgens het onderzoek. Een meting aan de gevel en de visuele inspecties gaven wel reden tot zorg, vindt de stichting, maar wezen niet uit dat het gebouw onmiddellijk moest worden gesloopt.

Het onderzoeksbureau ging zelf ook kijken en zegt dat er 'onvoldoende aanleiding is om te stellen dat onmiddellijk tot sloop van het kerkgebouw overgegaan moest worden'. Er was dus geen sprake van acuut instortingsgevaar.

Richtlijnen ODMH
De eigenaar van de Turfmarktkerk, of wat er nu van over is, is er altijd van overtuigd geweest, dat hij zijn zaken goed op orde had en dat hij handelde naar de richtlijnen van de ODMH. De eigenaar van de kerk liet de boel al stutten vanwege het vermeende instortingsgevaar. Zo liet hij een flinke stutsteiger plaatsen om de veiligheid te waarborgen. Volgens de gemeente was dat stut- en steigerwerk niet volledig uitgevoerd. Dat had volgens STAB met enkele beperkte en eenvoudige verbeteringen snel in orde gemaakt kunnen worden. Ook zijn de onderzoekers het niet eens met de gemeente over het feit dat - als er al sprake zou zijn van acuut instortingsgevaar - dit uitsluitend voorkomen zou kunnen worden door onmiddellijke sloop van de kerk.

De steigerconstructie van de kerk werd op 3 november 2018 ook goedgekeurd door ingenieursadviesbureau Sweco, waarna de omwonenden weer veilig terug naar hun woning mochten. 'Daarmee was de noodzaak tot een overhaaste sloop gelijk weggenomen', staat in het onderzoeksrapport.

De gemeente bleef volhouden: de kerk moest snel worden gesloopt. De eigenaar, die de sloop van de kerk zelf wilde laten uitvoeren, moest de regie uit handen geven omdat hij niet zou hebben voldaan aan de bestuursdwang van de gemeente. De eigenaar eiste de regie terug, maar half december 2018 oordeelde de rechtbank dat de gemeente door mocht gaan met de sloop. Dat gebeurde: de kerk werd tot op zes meter maaihoogte gesloopt.

Een andere kwestie die door StAB is onderzocht is de rekening die Boutachekourt vervolgens kreeg voorgeschoteld door de gemeente voor de sloopkosten van de kerk. De kerk werd op initiatief van de gemeente gesloopt tot zes meter boven de grond en de kosten, de ruim 530.000 euro, werden verhaald op de eigenaar. Die rekening hangt nog altijd als het zwaard van Damocles boven het hoofd van Boutachkourt. Boutachekourt spande een zaak aan. De rechtbank liet het onafhankelijke onderzoeksbureau StAB de zaak onderzoeken. StAB is van mening dat de kosten van de sloop van euro 536.456,11 niet in verhouding staat tot hetgeen door StAB is geraamd, zijnde euro 280.054. In hoofdlijnen is Boutachekourt in het gelijk gesteld.

De gemeente wilde de kosten op de eigenaar verhalen. Die liet het er niet bij zitten, kreeg door een WOB-procedure stukken in handen en wist de Goudse oppositie achter zich te krijgen. 'Gemeente Gouda hing een strop om de eigenaar van de Turfmarktkerk', stellen de oppositiepartijen die door middel van een raadsenquête opheldering wilden van het gemeentebestuur. Die enquête kwam er niet, want de coalitiepartijen stemmen tegen een onderzoek. Ondertussen was Boutachekourt naar de rechter gestapt. Het onderzoeksrapport dat er nu is, is één van de stukken uit die rechtszaak.

Uit het onderzoek van de rechtbank blijkt dus dat de kosten voor de sloop, om precies te zijn 536.456,11 euro, 'voor een deel niet rechtstreeks toe te wijzen zijn aan de kosten voor een verantwoorde en noodzakelijke sloop'. De totale 'noodzakelijke' kosten worden door StAB geraamd op 280.054 euro. Het onderzoeksbureau onderschrijft de gemaakte kosten van de gemeente niet.

Reactie gemeente
'De gemeente is steeds van mening geweest dat er voldoende aanleiding was om de kerk zo snel mogelijk te slopen en heeft daarom bestuursdwang toegepast', laat de gemeente in een reactie weten. 'Daarin wordt zij gesteund door rapportages van de Omgevingsdienst Midden Holland en externe deskundigen. Voor de gemeente is de veiligheid van de omgeving en omwonenden leidend geweest in de sloop van de kerk, ook in relatie tot de directe nabijheid van de woningen. Gemeente Gouda ziet met vertrouwen de behandeling door de rechtbank tegemoet.'

Wat er aan vooraf ging
In maart 2017 wordt Khalid Boutachekourt eigenaar van de Turfmarktkerk, een pand uit 1931 in het oude centrum van Gouda. Boutachekourt is onder meer eigenaar van een adviesbureau en wil graag een congrescentrum bouwen in de kerk. Boven de zalen kan een aantal woningen komen. Een flinke verbouwing, maar Boutachekourt wil het oude gebouw wel graag behouden. Daarvoor laat hij flinke herstelwerkzaamheden uitvoeren aan de fundering van de kerk. Een jaar later verwijdert Boutachekourt ook - op aandringen van Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH) - het asbest uit de kerk en stelt hij een sloopveiligheidsplan op, dat nodig is voor de verbouwing. Op 17 april 2018 stuurt hij de gemeente zijn bouwplan. In juli besluit het college van burgemeester en wethouders dat Boutachekourt de Turfmarktkerk, niet tot op 'veilige hoogte', maar tot op de - pas herstelde - fundering moet slopen, omdat er sprake zou zijn van instortingsgevaar. Ook besluit het college volgens de eigenaar op datzelfde moment dat het bestemmingsplan, via een voorbereidingsbesluit gewijzigd moet worden, waardoor de eigenaar naar eigen zeggen niet meer in staat is om een 25 meter hoog appartementencomplex te bouwen.