De tragedie van Dirck Crabeth is de tiende politieroman van Gouwenaar Joost Visbeen. Weliswaar is de hoofdpersoon van deze politieroman dezelfde als die in de vorige negen boeken, toch is dit een beetje een vreemde eend in de bijt. Het misdrijf dat onderzocht wordt, speelt zich namelijk niet af in het heden, maar in een geheel andere tijd: De tijd van de Reformatie, de tijd van Erasmus.

Het alter ego van Joost Visbeen, de rechercheur Rus van Sint Annaland, wil met de blik van vandaag een eeuwenoud misdrijf oplossen. Zijn hoofdpersoon van het boek betreft de beroemde glaskunstenaar Crabeth, die vanwege zijn vernieuwende ideeën, door de zittende en conservatieve klasse wordt dwarsgezeten en gepest. Ook wordt hij van diefstal van een kostbaar stuk beschuldigd. Het dieptepunt van deze geschiedenis is, dat de echtgenote van de glaskunstenaar om het leven komt. Rus wil dit misdrijf oplossen en op die manier de hoofdpersoon rehabiliteren. Hetgeen hem ook lukt.

Over de auteur
Joost Visbeen werd in 1937 geboren in Nieuwe Tonge. Hij begon zijn werkzame leven bij de Koninklijke Marechaussee en werkte daarna vele jaren bij de gemeentepolitie in Gouda en de Regiopolitie Hollands Midden. Uiteindelijk sloot hij zijn carrière af als recherchechef. Tijdens zijn pensionering werkte hij aan een aantal politieromans die gingen over zaken waar hij als rechercheur aan gewerkt had en die niet opgelost waren. Hij deed dit in de hoop dat lezers hem misschien tips zouden kunnen geven over hoe die zaak indertijd verlopen was. Eén van die romans (Het mysterie van de verdwenen boerin) heeft er indertijd toe geleid dat de officier van justitie de zaak heropend heeft.