Heerlijk, het is vandaag Wereld stroopwafeldag

30 September 2020, 09:18 uur
Lokaal
mainImage

Vandaag, 30 september, is het Wereld stroopwafeldag! Deze dag eren we de stroopwafel. Maar wat weet je eigenlijk van en over de stroopwafel?

Is die Goudse wafel wel echt Gouds?
Daar zijn de meningen over verdeeld. Er zijn bronnen die helemaal teruggaan tot de tijd van de Vikingen. In Zweden zijn er in graven van Vikingvrouwen al ronde wafelijzers gevonden. De oudste dateert uit de 7e eeuw.

Korte versie
In diverse bronnen wordt Kamphuisen genoemd als de bedenker van de stroopwafel zoals wij hem kennen. Pieter Willem Kamphuisen nam de kousenwinkel in Gouda over van zijn vader (die overigens is geboren in Duitsland). De zaken gaan alleen niet zo goed en in 1810 besluit Pieter Willem om koeken te gaan verkopen. De siroopwafel blijkt een enorm succes en meer bakkers volgen.

In 1960 telde Gouda nog 17 stroopwafelfabrieken, rond 2000 nog slechts vier. Vandaag de dag zijn er nog maar drie: Van Vliet/Van den Berg, tegenwoordig Berg's Bakery, Kamphuisen en Markus. In de loop van de jaren sloten steeds meer (kleine) Goudse stroopwafelbakkers de deuren, omdat ze niet konden concurreren met enorme stroopwafelbedrijven die buiten de stad werden opgezet.

Lange versie
De stroopwafel werd voor het eerst gemaakt in de loop van de negentiende eeuw in Gouda. Het is niet bekend wanneer exact de eerste stroopwafels werden gebakken. Hierover gaan verschillende verhalen de ronde. In diverse bronnen wordt de bakkerij van Kamphuisen genoemd, die in het begin van de 19e eeuw in Gouda werd gevestigd, waar de eerste stroopwafels zouden zijn gebakken. Wanneer deze bakkerij precies begonnen is met het vervaardigen van stroopwafels is niet bekend.

De Goudse stroopwafel is waarschijnlijk in 1810 uitgevonden door Gerard Kamphuijsen. Het was in eerste instantie een 'armenkoek', gemaakt van koeksnippers, deegresten en stroop. De glorietijd van de stroopwafel in Gouda was tussen 1920 en 1960. In de loop van de jaren daarna sloten steeds meer (kleine) Goudse stroopwafelbakkers de deuren, omdat ze niet konden concurreren met enorme stroopwafelbedrijven die buiten de stad werden opgezet.

De stroopwafel, van oorsprong siroopwafel genoemd, is een van oorsprong Nederlandse wafel, die niet alleen in Nederland, maar ook wereldwijd gegeten wordt. Het product bestaat uit twee ronde deegwafelhelften, met ruitpatroon, waartussen zoete siroop is aangebracht. Oorspronkelijk hadden siroopwafels een diameter van ongeveer 10 centimeter, maar inmiddels zijn ze verkrijgbaar met diameters van 5 tot 25 centimeter. Stroopwafels worden op straat, op markten en in winkels verkocht. De in het buitenland aangeboden stroopwafels zijn soms kleiner en duurder dan in Nederland. Stroopwafels worden ook verwerkt in ijs en andere lekkernijen.

Abraham de Korte, die in 2012 het boek Historie van de Goudse stroopwafelbakkers schreef, stelt dat voor het vervaardigen van stroopwafels gasstellen nodig zijn. De komst van Goudsche Siroopfabriek in 1837 en de vestiging van de eerste gasfabriek in 1853 in Gouda, geven hem aanleiding om te veronderstellen dat de eerste siroopwafels enkele jaren na 1853 werden gemaakt.

Arie Scheygrond, auteur van 'Oude streekgerechten en gebakvormen uit Midden-Holland' in Tidinge van die Goude, noemt ene Adriaan de Groot, die als eerste het siroopwafelijzer hanteerde in 1864. Zijn bedrijf werd later voortgezet door Wever, die ook het recept overnam. Scheygrond sluit echter niet uit dat Kamphuisen al voor 1863 siroopwafels vervaardigde.

G. Schrijvers, schrijver van het artikel 'Ontstaan van stroopwafel in nevelen' noemt een drietal redenen waarom niet met zekerheid vastgesteld kan worden wanneer de eerste siroopwafel in Gouda werd gebakken. In de eerste plaats waren de gilden afgeschaft waardoor er geen productregistratie plaatsvond. In de tweede plaats waren bakkers individuele ondernemers en er ontstonden in die tijd geen juridische geschillen over de fabricage van de stroopwafel die beslecht en dus vastgelegd moesten worden. In de derde plaats was er juist in die periode geen plaatselijke krant waarin geadverteerd kon worden. Dat is de reden, aldus Schrijvers, waarom er - in tegenstelling tot de fabricage van pijpen - zo weinig schriftelijke bronnen zijn overgeleverd over de fabricage van de stroopwafel.

Stroopwafels werden in die tijd gemaakt van oude koeksnippers, deegresten en stroop en waren daardoor erg goedkoop. Ze werden in de 19e eeuw daarom wel armenkoeken genoemd. De Korte betwijfelt deze lezing. Hij is in geen enkel oud recept de toevoeging van koeksnippers tegengekomen. Vanaf 1870 werden de Goudse siroopwafels niet alleen in Gouda, maar ook elders vervaardigd. In 1960 telde Gouda nog 17 stroopwafelfabrieken, rond 2000 nog vier. Anno 2020 nog maar drie.

Bereiding
Na het kneden van het deeg wordt een stukje deeg gedurende slechts 1 minuut in een heet wafelijzer gebakken. Daardoor wordt de wafel niet helemaal gaar en blijft de binnenkant zacht. Vervolgens worden de wafels in een ronde vorm gestoken en horizontaal doorgesneden. De kruimels van de afgesneden randen en mislukte koeken (ook wel snippers genoemd) zijn wel in zakjes te koop. Eén helft van de doorgesneden wafel wordt met de stroop ingesmeerd, waarna de andere helft erop wordt gelegd. Een oud recept – de Kamphuysen Siroopwafel – beschrijft een stroopwafel die bestaat uit twee krokante wafels die door middel van siroop op elkaar worden gekleefd.

Varianten
In Gouda werden in de twintigste eeuw diverse varianten van de stroopwafel ontwikkeld. Twee bekende zijn de punseliewafel en de adékowafel. De punseliewafel is een kleine variant van de stroopwafel en werd genoemd naar de bedenker de Goudse bakker Bertus Punselie, die in 1945 begon met de productie ervan. De adékowafel werd bedacht in 1939 door de Goudse banketbakker Abraham de Korte. De naam adéko verwijst naar zijn initialen. Deze wafel werd niet meer in een wafelijzer gebakken, maar in een oven, waardoor de arbeidskosten konden worden teruggedrongen.

Bron: Wikipedia.