De gemeente Gouda krijgt nog weleens vragen over het maaien van bermen. Het maaibeleid is in de loop van vele jaren veranderd.

Als het maar netjes was
In de jaren vijftig en zestig was het gebruikelijk om bermen 6 of 8 keer per jaar te maaien. Dat bestond toen hoofdzakelijk uit klepelen, dat is het fijnmalen van gras. Voedingsstoffen kwamen opnieuw in de bodem, doordat het maaisel bleef liggen. Zo ontstond een eenzijdige begroeiing.

De bonte berm
In de jaren zeventig ging men anders denken over natuurbeheer. Van keurig strakke graskanten naar ecologisch bermbeheer. Door het afvoeren van het maaisel werd de bodem schraler.  Zo groeiden er na een aantal jaren planten als: boterbloem, fluitenkruid, echte koekoeksbloem, ratelaar, margriet, dotterbloem en diverse grassen. Zelfs orchideeën (zes soorten) kwamen op, van de vroegere natte schrale bodem. Dit trok ook vlinders, insecten, vogels en kleine zoogdieren aan.

Tijdstip van maaien goed voor wilde planten
De meeste bermen in Gouda worden nu twee keer per jaar gemaaid. De eerste maaironde vindt vanaf eind mei plaats en de tweede maaironde vanaf half september, dan zijn vele planten uitgebloeid. Het maaisel blijft een aantal dagen liggen om te drogen, zo kunnen plantenzaden loskomen en weer op de bodem vallen.

Door het afvoeren van de plantenresten komen er minder voedingstoffen terug in de grond. Hierdoor wordt de berm voedselarm en krijgen wilde planten een kans.

Voor de verkeersveiligheid worden vanaf half mei wel de grote hoeken van kruisingen in de stad gemaaid. Met dit ecologische beleid kreeg Gouda in 2020 zelfs de eretitel: Bovenste Beste Bermbeheerder van Nederland!

Heb je vragen over de Goudse flora en fauna?
Neem dan contact op met André van Kleinwee, stedelijk ecoloog van Cyclus: tel.nr 0182-547500.