Ter gelegenheid van de viering van 80 jaar vrijheid vertelt Museum Gouda vanaf 21 februari 2025 het verhaal van Edith Beek, een gewoon Gouds meisje. Edith (1934-1943) groeide op in Gouda en leidde met haar ouders en broer een heel gewoon leven, totdat de Tweede Wereldoorlog hieraan een einde maakte. Omdat ze Joods was werd Edith van school gestuurd, mocht niet meer naar het zwembad en de bibliotheek en moest uiteindelijk onderduiken. Ze werd verraden, weggevoerd en vermoord, net als 43 andere Goudse kinderen. Museum Gouda vertelt het verhaal van Edith Beek om haar niet te vergeten, en om de gevaren van discriminatie, stigmatisering en uitsluiting te laten zien.
Als stille getuige van Ediths leven is in de tentoonstelling de pop te zien die zij achterliet op haar onderduikadres. De pop werd, samen met een foto van Edith uit de nalatenschap van haar broer Johan Beek, in 2023 aan Museum Gouda overgedragen door Libertum, het voormalig Verzetsmuseum Zuid-Holland. Naast de pop worden verschillende familiefoto’s en documenten getoond, de sporen van haar leven, en haar vervolging. Ook is de tas te zien die haar vader gebruikte wanneer hij de Goudse synagoge bezocht, een bruikleen van familielid Paul Beek.
Schoolkinderen
Edith bezocht tot 1941 de huidige Casimirschool, nog steeds gevestigd in het centrum van Gouda. De vier brieven die Edith vanaf haar onderduikadres schreef aan haar ouders, worden in de tentoonstelling voorgelezen door vier schoolgenootjes van nu. Tegelijk met de tentoonstelling verschijnt bij uitgeverij De Banier een kinderboek met de titel Mijn naam is Edith.