Column Gert Visser |
Hoop
Met de pandemie gaat het de goede kant op. Minder besmettingen, minder ziekenhuisopnames en minder slachtoffers.
De voortekenen wijzen op een voorzichtige opening van de samenleving. We hunkeren er zo naar.
We gaan hopelijk weer echt voetballen. En vooral, we mogen weer naar het voetballen gaan kijken. Naar echte wedstrijden, op alle niveau.
Laten we eerlijk zijn. Het waren akelige zaterdagen. Kinderen werden afgezet bij de club en ouders moesten bij het hek blijven staan.
De kantine was dicht. Een bakkie koffie voor ouders en supporters, een lekker verdiend flesje voor de jeugd was er niet bij.
Het was een vreemd gezicht de afgelopen zaterdagen. Alle velden vol met trainende jeugd, maar de kantine dicht. Ouders die niet met elkaar konden praten en hun kroost niet konden steunen.
Geen gejuich, geen teleurstellingen. Daar waar sport voor bedoeld is. Winnen of verliezen, daar word je groot van. Het hoort er zo bij.
De zon is al weken verscholen achter een dik wolkendek. Het maakte alles nog triester op het sportcomplex.
Wat kijk ik uit naar een zonnige zaterdag met heerlijke geluiden van de velden.
Dat we elkaar weer kunnen ontmoeten, met elkaar kunnen praten en kunnen dollen.
Dit geldt niet alleen voor de jeugd, maar ook voor al die oudere mensen die de sport zo gemist hebben.
Misschien dat nog niet alles kan, maar wat kijken we ernaar uit.
Het lijkt straks misschien weer gewoon, maar dat is het niet.
Het is zo belangrijk, voor ons allemaal...