Column Arjan van Essen: Hogerop

26 November 2021, 10:00 uur
Lokaal , Columns
mainImage

Column Arjan van Essen |

Hogerop

Afgelopen weekend klom er een man in de toren van onze kerk. Nou eigenlijk in de steiger die naast de toren staat om alles nog eens goed in de verf te zetten. De steiger reikt tot aan de bovenste koepel. Volgens mijn buurman zit je dan op 68 meter hoogte.

In het nieuws werd gesproken over een verwarde man. Op social media werd hij een Afghaanse vluchteling genoemd. Ik klikte op een filmpje en zat even later op Dumpert waar de beste man gestoord werd genoemd. Wat het helemaal bizar maakte was dat degene die op deze site het hardst riep: 'Springen!' de meeste likes kreeg.

In die twee minuten die ik op dit medium zat, las ik pagina na pagina oproepen met scheldende en dood-wensende uitroepen. Het hele weekend hier een beetje over nagedacht. Ik snapte het niet. Ja, ergens weet ik ook dat jonge gastjes wel eens wat onbesuisds zeggen. Maar hier was alles doordrenkt van een ophitsende sfeer. Het voelde of iedereen stond te hopen dat de bewuste man zou springen. En teleurgesteld was dat dit niet gebeurde.

Ik heb me echt afgevraagd waar het fout is gegaan. Waar zijn we de weg zo kwijt geraakt dat we de ellende van een ander zien als ons vermaak? Het voelt te goedkoop om de schuld neer te leggen bij computerspelletjes of Netflix. Het voelt ook niet goed om te constateren dat we alles maar toegelaten hebben. Ik geloof niet echt in censuur.

Maar wat dan?

Vandaag onder een rondje hardlopen werd het me duidelijk. Misschien was die man niet gestoord maar zijn wij het. Wat als je de halve wereld over gereisd bent en je komt hier terecht? Je hebt van alles achtergelaten en wordt hier vriendelijk ontvangen maar je begrijpt er niets van.

Om in een land te leven waar we een rechter nodig hebben om een schutting vijf centimeter terug te zetten. Waar we kinderfietsjes tegen politieauto's gooien als we het ergens niet mee eens zijn. Een land waar we steen en been klagen omdat er geen vuurwerk afgestoken mag worden. Waar we klappen voor verplegend personeel maar er niet in slagen deze banen dusdanig te waarderen waardoor mensen in de rij staan om er toe te behoren.

Een land waar bier en patat goedkoper zijn dan fruitdrank en groente. Een land waar we met de auto naar de sportschool gaan om vervolgens hard te lopen op een loopband achter een raam waardoor we de polderweggetjes kunnen zien. Een land waar we onze terrassen verwarmen met heteluchtkanonnen en er vervolgens zeil en plastic om heen bouwen.

Ik las dat er gezegd werd dat we een hoger hek om de steiger bij de kerk moeten zetten. Dan had die man niet naar boven gekund. Misschien is het simpeler. Misschien moeten we een grotere deur in de kerk maken. Om vervolgens te hopen dat de beste man de hemel binnen had kunnen vinden in plaats van op 68 meter hoogte.