Een grote passie voor hockey hebben én rolstoel gebonden zijn. Voor de 19-jarige Laura Odijk uit Gouda is niets te gek. Naast het studeren aan de Pabo is zij bij de Goudse Mixed Hockey Club (GMHC) keeper van verschillende valide dames- en herenteams, trainer, coach en keeperstrainer. "Op het veld heb ik mijn vrijheid. Dan kan ik echt alles, en misschien nog wel meer dan alles", aldus Laura. Zie ook https://youtu.be/7O9TohyfS_4
door Marit de Bruijn
De hockeyster werd op haar 14de gediagnostiseerd met het hypermobiele Ehlers-Danlossyndroom. Het bindweefsel van mensen met dit syndroom is minder stevig. Met voor Laura als gevolg dat haar gewrichten regelmatig uit de kom gaan. Laura zelf ziet er de grap wel van in: "Het is ook te bizar voor woorden dat ik zo nu en dan uit elkaar val”.
Haar spieren proberen de functie van haar bindweefsel over te nemen, dat kost veel energie. Vandaaruit is Laura chronisch vermoeid, en zit zij dus in een rolstoel vanwege haar vermoeidheid.
Hockey is bewegingsvrijheid
Het keepen is voor Laura het enige moment waar zij uit haar rolstoel komt en dus vrij kan bewegen. Al rollend komt zij het veld op om haar keeperspak aan te doen. "Als ik dan eenmaal uit mijn rolstoel stap, kan het feest gaan beginnen. Ik heb er echt altijd zin in, om weer op te mogen staan en te kunnen bewegen."
Het keeperspak, in combinatie met braces, houdt Laura haar gewrichten goed bij elkaar. Daarom is keepen wel mogelijk en rennen als speler niet. "Dat komt goed uit, want ik ben echt heel slecht in hockeyen. Keepen ligt mij wel lekker, dat doe ik nu al ruim 11 jaar.’’
Op de hockey merkt Laura niet veel van haar chronische vermoeidheid. "Als ik mijn pak aan heb, dan zit ik in een adrenalinekick waardoor ik alleen maar met het spel bezig ben. Voor en na het keepen heb ik wel mijn rustmomenten nodig. Daarnaast zit ik zoveel mogelijk in mijn rolstoel, tegenwoordig eigenlijk altijd. Alles doe ik in de rolstoel, behalve het keepen, maar juist óm te kunnen keepen.’’
Thuiskomen op de club
Om hulp hoeft niet meer gevraagd te worden bij de hockeyclub. "Bij GMHC ben ik gewoon Laura. Mijn aandoening wordt daar gezien als de normaalste zaak van de wereld. De club heeft mijn progressieve aandoening vanaf dag 1 meegemaakt en geaccepteerd.’’
Voor Laura is de club een warm bad. "Iedereen die bij de club betrokken is, helpen mij enorm. Er worden altijd aanpassingen bedacht waardoor ik kan blijven keepen. Op de hockey is het gewoon thuiskomen. Het is echt mijn tweede thuis geworden."
Door het medeleven van de club ziet Laura nauwelijks belemmeringen door haar aandoening op de hockey. "Standaard staan er altijd weer teamgenoten voor mij klaar om mijn spullen even de trap op te tillen of om mijn keeperstas van het veld af te halen. Maar ook om mij te vervoeren, of dat nu met de auto is of aanhangend aan een bagagedrager van een fiets. Daardoor heb ik eigenlijk geen belemmeringen, alleen maar hele leuke momenten die we met elkaar beleven. Zowel op het veld als in de 3de helft’’.
Denken in mogelijkheden
Laura boft met haar club GMHC, maar zelf denkt zij dat er voor iedereen altijd wel iets mogelijk is om hun passie uit te voeren. Hoe erg je fysieke beperking ook is. "Denk in mogelijkheden, want echt alles is mogelijk. Je moet overigens wel eigenwijs zijn. Er zullen genoeg mensen zijn die vaak uit bescherming met jou mee denken of iets wel verstandig is. Dan moet je zelf in gesprek gaan dat iets wél mogelijk is. En als ik zelfs in een rolstoel het veld opgeduwd kan worden om toch te kunnen keepen, dan geloof ik er echt heilig in dat iedereen iets kan vinden wat in de buurt komt van hun passie.’’
Hoe de toekomst er als keeper uit ziet is nog onduidelijk. "Er blijft altijd wel angst zitten, want ik weet dat het fout kan gaan. Maar zo ver is het nog nooit gekomen. Ik kan alleen maar heel erg genieten van wat ik nu heb. Angst houdt alleen maar tegen", aldus Laura.
Door: Marit de Bruijn