Femke Wiersma gaat door met haar plan om twee regels buiten werking te stellen die de hoeveelheid mest moeten beperken. Dat schrijft de demissionair landbouwminister in een brief aan de Tweede Kamer. De Raad van State adviseerde haar af te zien van de versoepeling.

Het gaat om het zogeheten 'afromen' van rechten om dieren te houden. Om de totale mestproductie naar beneden te krijgen, haalt de overheid bepaalde percentages van deze rechten uit de markt als ze van eigenaar wisselen.

Voor koeien blijven de regels hoe dan ook. Bij kippen en varkens is afromen niet meer nodig, vindt Wiersma.

Volgens voorspellingen van het Centraal Bureau voor de Statistiek haalt de pluimveesector het doel van dit jaar niet, maar Wiersma denkt dat die voorspelling te pessimistisch is. Ze heeft het in haar voorstel over "onzekerheid" in de berekening. In een recentere voorspelling haalt de pluimveesector het doel wel.

De varkenssector produceert dit jaar te veel mest, ook met regels, schrijft Wiersma. Ze verwacht dat de sector "op termijn" wel onder het plafond uitkomt en denkt dat het afromen maar "gering" helpt om binnen de doelen te komen.

Doe het niet, adviseerde de Raad van State. Zolang de totale mestproductie boven de Europese regels uitkomt, zijn eerder meer dan minder maatregelen nodig.

De Tweede Kamer vroeg Wiersma "met spoed" om een reactie. Daarin schrijft de BBB'er dat het kabinet zich vrijdag opnieuw over de mestplannen heeft gebogen, maar niet van koers verandert.