Het bijzondere belastinguitstel heeft in het eerste jaar van de coronapandemie (2020) goed gewerkt als maatregel om onnodige faillissementen tegen te gaan. Maar na dat jaar nam de effectiviteit van de maatregel flink af, en in 2022 was de ingreep "niet doeltreffend in het voorkomen van opheffingen en/of faillissementen", blijkt uit een evaluatie van de regeling in opdracht van het ministerie van Financiën.
Onderzoekers voegen daaraan toe dat het bijzondere uitstel vanaf het tweede coronajaar geen doelmatige besteding van belastinggeld was, "omdat toen duidelijk was dat de economie voldoende weerbaar was". Bedrijven die bijzonder uitstel aanvroegen, stonden er slechter voor dan bedrijven die dat niet deden.
Zo'n 900 miljoen euro aan schulden is tot nu toe oninbaar. De "grove schatting" is dat straks 4,5 miljard euro aan "belastingschulden met hoog risico" blijven openstaan. Een deel van de bedrijven zal het geld nooit (volledig) terugbetalen.
Ondoelmatig besluit
Zelfs met het huidige kostenplaatje gaat het om een investering van zo'n 370.000 euro per voorkomen opheffing, becijferden onderzoekers van Significant Ape en Technopolis. "Dat is een fors bedrag en dat bedrag zal nog verder oplopen", schrijven de onderzoekers. Het bedrag staat niet in verhouding tot de uiteindelijke vermindering van het aantal faillissementen of opheffingen.
De ingreep bracht wel rust in de economie, maar had tijdig gestopt moeten worden. De invorderings- en betalingsrentes werden verlaagd. Een ondoelmatig besluit, vinden de onderzoekers, omdat de kosten voor de overheid opliepen en de regeling minder gericht werd ingezet op levensvatbare bedrijven die alleen door de coronamaatregelen in de knel kwamen.
Door: ANP