Het kabinet wil in principe in januari 2026 een hogere stikstofgrens invoeren, als deze maatregel ook juridisch haalbaar blijkt te zijn. Dat zegt premier Dick Schoof na de ministerraad. Die duurde veel langer dan normaal vanwege gesteggel tussen VVD- en BBB-ministers over de invoering van deze zogenoemde rekenkundige ondergrens. In december moet blijken of de invoering definitief door kan gaan.

Een voorwaarde is dat er met mede-overheden afspraken gemaakt moeten worden, aldus Schoof. De provincies zijn het zogenoemde bevoegde gezag als het gaat om het uitgeven van natuurvergunningen.

Ook wil het kabinet dat de ondergrens wordt ingebracht bij een lopende rechtszaak. Dan moet blijken bij de rechter of een boerenbedrijf echt geen vergunning nodig heeft, omdat de stikstofuitstoot kleiner is dan de gekozen grens.

'Geen expliciete voorwaarde'

Wiersma wil vrijdagavond via een woordvoerder benadrukken dat dit "geen expliciete voorwaarde" is. "De juridische haalbaarheid van de rekenkundige ondergrens staat niet ter discussie voor dit kabinet. We wegen de stand van zaken van de juridische procedure mee wanneer we de rekenkundige ondergrens daadwerkelijk gaan invoeren." In de Kamerbrief hierover staat dat een "juridische toets over de houdbaarheid" van de rekenkundige ondergrens "nodig is", maar Wiersma wilde hierop toch "een verduidelijking" maken.

De invoering van de ondergrens is vooral een wens van coalitiepartij BBB, die hoopt dat boeren hiermee makkelijker toestemming kunnen krijgen voor hun bedrijf. De maatregel is door BBB-minister Femke Wiersma groots aangekondigd. De VVD is voorzichtig, omdat de partij bang is dat de rekenkundige ondergrens opnieuw zorgt voor een nieuwe groep bedrijven die in juridische onzekerheid zit.