Het doet onderwijsminister Robbert Dijkgraaf deugd dat hij vlak voor het einde van zijn ministerschap 174 miljoen euro uitdeelt onder vijf groepen wetenschappers. Met het geld kunnen zij tien jaar aan de slag met hun ambitieuze onderzoeksprojecten. Dat vindt de demissionair minister een welkome boodschap na de aangekondigde bezuinigingen in het hoofdlijnenakkoord, waar hij "met enige zorg" naar kijkt.

De groepen wetenschappers zijn "echt wel de Champions League van de wetenschap"en Dijkgraaf vindt het belangrijk dat die langdurig perspectief hebben.

Op de investering is ook kritiek. De Volkskrant haalt een onderzoeker van de Universiteit van Amsterdam aan die zegt dat wetenschappers na het ontvangen van een grote onderzoeksbeurs meer kans maken op nieuwe beurzen. Hierdoor zouden zij een oneerlijke voorsprong hebben op minder gevestigde namen. De minister verdedigt dat hij "en, en, en" doet. Hij heeft ook geïnvesteerd in beginnende wetenschappers.

Zulke grote projecten noemt Dijkgraaf "een soort tentstokken, waar ook de grote tent van de wetenschap overheen hangt". Het is dus in ieders belang om hierin te investeren, vindt de minister. Zeker nu hij "misschien wel wat zwaarder weer voor de wetenschap" voorziet.