Plastisch chirurgen en cosmetische artsen blijven het oneens met elkaar over wie welke ingreep zou mogen uitvoeren, zoals ooglidcorrecties. De chirurgen vinden dat zij de cosmetische behandelingen moeten doen waarbij 'gesneden' moet worden. Erkende cosmetisch artsen voeren dit soort behandelingen nu ook zelf uit. Bemiddeling door het ministerie van Volksgezondheid om te komen tot eenduidige bekwaamheidseisen voor de cosmetische sector heeft twee jaar lang niets opgeleverd. Demissionair zorgminister Jan Anthonie Bruijn (VVD) gaat het Zorginstituut vragen de impasse te doorbreken.
De beroepsverenigingen van de beide artsengroepen steggelen al jaren over de bekwaamheidseisen voor zogeheten midden-complexe ingrepen, zoals bovenste ooglidcorrecties en bepaalde littekencorrecties. Bruijn vindt dat de sector zelf verantwoordelijk is voor goede standaarden, schrijft hij in een Kamerbrief. Het ontbreken hiervan vormt een risico voor de veiligheid van de patiënt. Bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd zijn tussen 2020 en oktober dit jaar 639 meldingen binnengekomen over cosmetische ingrepen. En daar zit een stijgende lijn in, meldt de minister.
Hij vindt dat er snel een oplossing moet komen, omdat steeds meer mensen kiezen voor cosmetische ingrepen en de patiëntveiligheid voorop moet staan. Als er geen eenduidige bekwaamheidseisen worden afgesproken, ontstaat er een "grijs gebied" waarin de inspectie geen effectief toezicht kan houden, aldus Bruijn. Juist omdat het om een snelgroeiende sector gaat, is dat zeer onwenselijk, stelt hij.
Het Zorginstituut kan op basis van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) ingrijpen als er langdurig geen overeenstemming is in een sector.
Door: ANP