Nederland belemmert alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s) in hun ontwikkeling tot zelfstandige burgers. Ze komen later dan nodig op het juiste onderwijsniveau, en komen lastig aan het werk zolang ze wachten op een status. Ook is het voor hen moeilijk een sociaal netwerk op te bouwen.

Dat blijkt volgens het Nederlands Dagblad uit studie van socioloog Safoura Ghaeminia waarop ze vrijdag promoveert aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Ghaeminia interviewde mensen die tussen 1995 en 2005 als minderjarige naar Nederland kwamen.

De problemen komen vooral aan de oppervlakte als deze asielzoekers net volwassen worden, stelt ze vast. "Voor die tijd mogen ze nog naar school en krijgen ze opvang", zegt ze. Maar als ze achttien geworden zijn, krijgen ze te maken met tegenstrijdige verwachtingen. "Aan de ene kant worden ze dan geacht zelfstandig te zijn, maar tegelijk zijn er obstakels die deze zelfstandigheid in de weg zitten." Die moeilijkheden kunnen nog lang doorwerken in het verdere leven van deze jongeren, waardoor ze zich minder verbonden voelen met Nederland, concludeert Ghaeminia.