Voor 2022 verwacht het Economisch Bureau van ABN AMRO opnieuw een stijging van de huizenprijzen. Ditmaal gaat het om een stijging van 12,5%, zo blijkt uit de nieuwe Woningmarktmonitor van januari 2022. Deze stijging is vooral te wijten aan de lage hypotheekrente.   
 
Hypotheekrente blijft laag
“Hoewel aan de hypotheekrentedaling een eind is gekomen door de gestegen inflatie denken we dat de hypotheekrente per saldo laag blijft. Dit betekent dat de huizenprijzen verder kunnen stijgen,” zegt Philip Bokeloh, senior econoom bij het Economisch Bureau van ABN AMRO. Voor 2021 werd nog uitgegaan van een huizenprijsstijging van 15%, maar dit is bijgesteld naar 12,5%. Ook voor 2023 wordt al rekening gehouden met een huizenprijsstijging van 5%. De huizenprijzen stijgen dus iets minder hard dan vorig jaar. In november 2021 bedroeg de gemiddelde verkoopprijs €404.000; een jaar daarvoor lag dit €60.000 lager.
 
Jongeren en starters de dupe
De hoge huizenprijzen zijn niet alleen zichtbaar bij bestaande bouw, maar hebben ook zijn weerslag op nieuwbouwwoningen. De prijzen van nieuwbouwwoningen worden namelijk bepaald door de bestaande bouw, omdat het aantal woningen dat er jaarlijks bij komt slechts een fractie is van het totale woningaanbod. Veel kopers zien zich gedwongen om boven de vraagprijs te bieden. Acht op de tien kopers doet dat, met als resultaat dat de prijzen blijven stijgen. Het gevolg is dat het vooral voor jongeren en starters bijna onmogelijk is om een huis te kopen.
 
Huis staat gemiddeld maar 23 dagen te koop
Er staan op dit moment nauwelijks woningen te koop; de door makelaars verkochte woningen in 2021 waren dan ook maar gemiddeld 23 dagen beschikbaar. De Nederlandse Vereniging van Makelaars geeft aan dat de voorraad in het derde kwartaal van 2021 kleiner was dan 17.000 woningen. De krapte-indicator, die het aanbod afzet tegen het aantal verkopen en dus weergeeft uit hoeveel woningen kopers kunnen kiezen, stond in dat derde kwartaal op anderhalve woning.