Torenkamertje

4 October 2020, 19:45 uur
Columns
mainImage

Column Marianne de Jong |

Torenkamertje

Dat zou leuk zijn! Een buitenconcert. Met een beetje mazzel hebben we midden september nog wel een mooie dag. Wie weet kunnen we op het grasveld achter ons gebouw terecht? Kijk, als muzikant wil je toch af en toe iets van je laten horen. En met de winter voor de deur en de groepen die eerder kleiner worden dan groter…

De muziekcommissie zet alvast een lekker programma op de lessenaar en de dirigent doet zijn best om er een mooi geheel van te maken en vooral: goed te laten klinken. Twee weken voor dé dag komt het besluit: we gaan het doen! Maar waar je vroeger op het laatste moment nog een vergunning kon aanvragen (en krijgen) moet je nu alles uit de kast halen om aan alle voorschriften te voldoen. En dan maar hopen dat de vergunning op tijd is. Bijna net zo spannend als de weerberichten.

Die aanvraag wordt een taaie rakker, dat voel ik aan mijn water. Ik klim twee trappen op naar mijn zolderkamertje. Dat heb ik mijn ‘torenkamertje’ genoemd, met een schuin oog naar het torentje in Den Haag. ‘Torenkamertje’ voelt heel wat beter dan ‘mijn uitschuif-bureautje op de achterzolder’. Mijn oma zei het al: ‘Als je je niks verbeeldt, dan ben je ook niks.’ Daarom voelt het goed, mijn ‘torenkamertje’.

Hoe meer ik me verdiep in de protocollen, plattegronden, orkest- en publiekopstellingen, looproutes met rood/witte linten, hygiëne-voorschriften, A-4tjes met ‘Houd Afstand’, ‘Uitsluitend Artiesten’ en ‘Uitsluitend Publiek’ hoe zorgelijker ik word: waar zijn we aan begonnen? En alles op zo’n korte termijn, geen tijd om een team te vormen en te overleggen. Dat had ik veel liever gedaan. Maar ja, aanpoten dus, want de termijn loopt morgen al af.

Woensdags voor het concert krijgen we de vergunning. Ik ben niet blij, integendeel. Hoe graag ik ook wil spelen, ik voel me verantwoordelijk voor wat er staat te gebeuren. Zal het allemaal goed gaan? Heb ik alles goed bedacht? Ben ik niks vergeten? Alleen op mijn torenkamertje weegt de verantwoordelijkheid voor ‘mijn mensen’, ‘mijn publiek’.

Mijn mobiel trilt: een bericht van een medemuzikant: ‘Lukt ie allemaal?’ Nee, ik heb er geen goed gevoel over. Dat schrijf ik ook. Direct gaat mijn telefoon, we praten. Over de voorbereidingen, over mijn zorgen. ‘Hulp nodig?’, hoor ik. En dan doe ik iets, waar ik niet zo goed in ben: ik accepteer de uitgestoken hand. Vanaf dat moment komt alles in een stroomversnelling, mensen komen in beweging. Op de repetitie voor het concert worden de koppen nog bij elkaar gestoken, figuurlijk. Eindelijk het team waar ik zo’n behoefte aan had. Beetje laat, maar beter laat dan nooit.

De dag zelf is spannend, behalve het weer, dat had niet beter gekund. Bijna geen wind en volop zon. We zijn al vroeg met een paar enthousiastelingen bezig, nu komen de plattegronden en de rood/witte linten goed van pas. En de ontsmette microfoons, voor elke spreker één. Ach, toch nog iets vergeten: de A-4tjes. Ook dat wordt opgelost. Keurig op tijd zit het orkest klaar en kan het publiek naar binnen. Veilig op anderhalve meter afstand zitten ze van elkaar. Radiaal gemeten, precies volgens het protocol.

Het is een prachtig concert, het publiek is enthousiast. Meezingen en juichen mag niet, maar het applaus is er niet minder om. Mooi, want we zitten ver bij hen vandaan. Iedereen geniet van het heerlijke weer en van een borreltje en een zakje chips na afloop.

De volgende dag zit ik al vroeg in mijn torenkamertje; na dagen vol protocollen wil ik weer eens wat anders schrijven, iets gezelligs, iets positiefs. Net als mijn computer opgestart is, trilt mijn mobiel: mijn medemuzikant weer, met een reactie op ons Google-account: ‘Was perfect corona-proef’.

Leuk! Daar doe je het voor!

Alle zorgelijke uren op mijn torenkamertje zijn vergeten, ideeën voor een volgend concert zweven door mijn hoofd. En de gedachte aan al die anderen. Alle vrijwilligers van verenigingen overal ter wereld, die bezig zijn met waar zij het beste in zijn. Of nu noodgedwongen in moeten worden.

Mensen die elkaar via laptop, computer met webcam of mobiele telefoon vinden, met elkaar overleggen, teams vormen. Met de gedachte: Eén plus één is vijftien.

Een wereld wijd web. Van torenkamertjes.

 

Zie ook www.coronkels.nl

Over Marianne de Jong
Mijn hele leven schrijf ik verhalen. Uiteraard op school de opstellen, later voor mijn muziekvereniging ook stukjes in het clubblad en de persberichten. Schrijven is pure ontspanning. Mijn diverse banen, mijn hobby’s, mijn dagelijkse wandelingen, mijn ontmoetingen met zoveel verschillende mensen; voor mij is het allemaal inspiratie. Voor korte verhalen en -het begin van- een roman.

Toen Nederland op slot ging vanwege Corona had ik ineens tijd genoeg om nog veel meer te schrijven. Mijn muziekvereniging ging op slot, muziek maken in groepsverband was niet meer  mogelijk. Mijn maatje, voor wie ik mantelzorger ben, zat in lock-down. Geen bezoek mogelijk. Net als bij zoveel anderen, voor wie de dag er ineens heel anders uitzag.

Dat gaf mij het idee om met mijn Coronkels te beginnen; verhalen in Corona-tijd. Soms actueel, soms emotioneel, soms hilarisch, maar altijd bedoeld om ontspanning te bieden en een lach te brengen.

Ik had iedereen uit mijn adresboek een verhaaltje gestuurd, met de vraag of ze het leuk vonden.

Wát een reacties! Zo leuk. Om op deze manier eenzame(re) mensen te bereiken en hen een mooi moment te bezorgen. Een ‘koekje bij de thee’ om het maar zo te zeggen. Mijn lezersgroep groeide, ook niet-eenzame mensen lezen mijn Coronkels. En daar is niets mis mee!

De gedachte om nog meer mensen te bereiken werd omgezet in daden: internet biedt mogelijkheden om iedereen kennis te laten maken met mijn Coronkels. En andere verhalen.