Slakkengang

6 September 2020, 09:30 uur
Columns
mainImage

Column Marianne de Jong |

Slakkengang

Ze rukken weer op! Buien en vochtige nachten brengen een ware invasie van slakken. In allerlei formaten, met en zonder huisjes. Ze zouden met een slakkengang moeten gaan, maar in werkelijkheid storten ze zich in hoog tempo op de courgettes, de sla, de andijvie en de bonen. Om de een of andere reden laten ze mijn krootjes ongemoeid. Ze zijn nog kieskeurig ook, de krengetjes.

Vóór Corona had ik dat allemaal niet zo door, dan was ik vaak in Spanje, te warm en te droog voor slakken. Behalve dan die met kruidenboter met een stukje stokbrood erbij. Maar nu kan ik niet naar Spanje en is mijn tuin mijn bron van dagelijkse vreugde en zorgeloosheid geworden. Als er geen slakken bestonden…

Het is wonderlijk dat zo’n klein beestje keiharde dingen, zoals de stam van de volwassen courgetteplant, in één nacht compleet door kan vreten. Mijn snoeischaar heeft daar zelfs nog moeite mee.

Zoals zijn naam, weekdier, doet vermoeden, zit er geen bot in een slak. En dus ook geen tandjes, denk je. Maar ik ben een keer heel stil op een avond bij mijn courgette gehurkt en ja hoor: zacht geknaag leverde het bewijs dat de taaie rakkers aan hun feestmaal zaten. De duizenden tandjes die slakken op hun tong blijken te hebben schrapen laagje voor laagje de bast van de plant. Onvermoeibaar gaan ze de ganse nacht door. Met een overleden courgette tot gevolg.

Hele bergen slakken herbergt mijn tuin. En dan te bedenken dat verreweg de meeste slakken niet op land leven. Van de 60- tot 75-duizend verschillende soorten wordt mijn tuin kaalgevreten door de uitzonderingen. Dus als ik de bergen krioelende en slijmerige dieren zie kruipen, dan bekruipt mij een heel akelig gevoel; dit zijn slechts de uitzonderingen. Getverderrie.

Mijn slakken eten planten. Gelukkig heb ik geen aas-etende soorten in mijn tuin. Hoewel sommige slakken zich hebben bekeerd tot het kannibalisme: ze eten hun soortgenoten op. Kan mij niet snel genoeg gaan, flink doorknagen zou ik zeggen. Maar helaas, ook dat zijn uitzonderingen.

Op internet lees ik hoe waardevol slakken zijn. Echte opruimers zijn het! En dat klopt, ze ruimen mijn hele tuin op. Maar dat is de bedoeling niet, dat kan ik zelf wel. Dus hoe nuttig ze ook zijn, ik ga ze bestrijden. Mijn hele wezen is er op gericht om mijn groentetuin te redden. Vroeger kocht ik dan slakkenkorrels. Met de verbeeldende naam ‘Escar-go’. Naar het Franse woord voor slakken: escargot. Oftewel: slak-scheer-je-weg!

Escar-go was een soort zenuwgif; je moest het met handschoenen aan strooien, anders kreeg je gevoelloze handen. Maar het werkte als een tierelier: één korrel op een slak stopt het beest onmiddellijk. Ik kreeg er aardigheid in om elke korrel precies op een slak te laten landen. Ik genoot van het moment dat het dier stilviel, onwetend van het onheil dat op hem (of haar?) was neergedaald..

Tja, niets menselijks is mij vreemd.

Mijn échte queeste begon, toen mijn oude vertrouwde slakkenkorrels werden vervangen door waterbestendige, biologisch verantwoorde korrels. Witte. Veel duurder, maar hé: het milieu wil ook wat. Opgetogen ging ik met de, eveneens nieuwe (en vast ook milieuvriendelijke), verpakking naar huis.

Escar-GOOOO!

Geen handschoenen meer nodig las ik. Nou, was dát even handig. Gespannen wacht ik tot de schemering invalt en de slakken op gang komen. Ik bof: het begint te regenen, ze zijn al onderweg. Ik ren de tuin in op zoek naar mijn eerste slachtoffer. Ik laat één korrel vallen, ach, nèt er naast. Jammer.

De tweede korrel treft wel doel, precies bovenop zijn kop, hoe is het mogelijk. De slak valt stil. Heel even maar, dan zet hij weer flink de gang er in. Huh? Wat krijgen we nou?

Ik strooi en strooi en constateer: inderdaad, de korrels zijn watervast. De slakken ook. En korrelbestendig. Die biologische milieuvriendelijke dure rommel werkt niet. Voor geen meter, in tegenstelling tot de slakken die nu meters beginnen te maken. Zichtbaar opgetogen en doelbewust slaan ze het pad in naar mijn sla. Vandaag eens even wat anders dan courgette. Dan ben ik nog gelukkig dat ze geen pootjes hebben, anders zouden ze nu hun buik vasthouden van het lachen.

Machteloos kijk ik toe hoe zij hun slakkengang hervatten dwars door een woud van natte witte korrels. Slakken-carnaval, helemaal biologisch en verantwoord: Escar-GOAL!

Ontgoocheld draai ik mij om, verslagen door een slak. De lege verpakking kan bij het oud papier.

Escar-go? Escar-go-for-it!

 

Zie ook www.coronkels.nl

Over Marianne de Jong
Mijn hele leven schrijf ik verhalen. Uiteraard op school de opstellen, later voor mijn muziekvereniging ook stukjes in het clubblad en de persberichten. Schrijven is pure ontspanning. Mijn diverse banen, mijn hobby’s, mijn dagelijkse wandelingen, mijn ontmoetingen met zoveel verschillende mensen; voor mij is het allemaal inspiratie. Voor korte verhalen en -het begin van- een roman.

Toen Nederland op slot ging vanwege Corona had ik ineens tijd genoeg om nog veel meer te schrijven. Mijn muziekvereniging ging op slot, muziek maken in groepsverband was niet meer  mogelijk. Mijn maatje, voor wie ik mantelzorger ben, zat in lock-down. Geen bezoek mogelijk. Net als bij zoveel anderen, voor wie de dag er ineens heel anders uitzag.

Dat gaf mij het idee om met mijn Coronkels te beginnen; verhalen in Corona-tijd. Soms actueel, soms emotioneel, soms hilarisch, maar altijd bedoeld om ontspanning te bieden en een lach te brengen.

Ik had iedereen uit mijn adresboek een verhaaltje gestuurd, met de vraag of ze het leuk vonden.

Wát een reacties! Zo leuk. Om op deze manier eenzame(re) mensen te bereiken en hen een mooi moment te bezorgen. Een ‘koekje bij de thee’ om het maar zo te zeggen. Mijn lezersgroep groeide, ook niet-eenzame mensen lezen mijn Coronkels. En daar is niets mis mee!

De gedachte om nog meer mensen te bereiken werd omgezet in daden: internet biedt mogelijkheden om iedereen kennis te laten maken met mijn Coronkels. En andere verhalen.

Mijn jongste neef, Ferran, bouwde een website, die hier te bewonderen is.

Ik zou zeggen: geniet er van!