Column Jan Steigenga |
Schooladvies: meten is weten
En weer bemoeit de politiek zich met de gang van zaken in het onderwijs. We draaien daarbij ook nog eens in een kringetje rond, want binnen regeringspartijen is het besef gegroeid dat de oude situatie wat betreft de volgorde van het proces inzake schooladvies voortgezet onderwijs zo slecht nog niet was.
Wat heet? Eigenlijk bij nader inzien toch wel de gewenste gang van zaken.
De huidige volgorde is dat het schooladvies eerst wordt geformuleerd en dat pas daarna de eindtoets wordt afgenomen. De resultaten van die eindtoets kunnen afwijken van het schooladvies en dan komt het vaak voor dat met name de mondige ouders daar op inspelen en een meestal hoger schooladvies voor elkaar boksen.
Of dat in het belang is van het kind? Ik zet er twee vraagtekens extra achter.
De oude situatie was dat de eindtoets eerst werd afgenomen en dat vervolgens de school met een afgerond advies kwam.
De eindtoets is niet anders dan een momentopname. Vaak wordt deze afgenomen in een wat afwijkende setting. De sfeer is vaak gespannen. Het gaat er plechtig aan toe. De ene leerling gaat daar beter mee om dan de andere. Stressbestendigheid is ook in het latere leven best handig om te hebben. Er volgen immers vele tentamens en examens. Faalangst is dan een slechte raadgever. Zo kan de situatie waarin de eindtoets wordt afgenomen van invloed zijn op de behaalde scores.
De school heeft ongetwijfeld een leerlingenvolgsysteem. Gedurende de gehele schooltijd worden allerlei gegevens van de kinderen verzameld. Niet alleen de behaalde resultaten en vorderingen worden vastgelegd. Ook wordt er gekeken naar het karakter van een kind, naar de leergierigheid, naar de huiselijke omstandigheden. Kortom, er wordt bij het schooladvies gekeken naar het samengestelde beeld van elk kind. Dat is geen momentopname, maar een vullend resultaat van jaren observatie en gegevensverzameling. Wat mij betreft is dit hetgeen het zwaarst moet wegen.
Alleen zo heb je ook alle gegevens die er toe doen. En dat is belangrijk, want meten is weten.
Natuurlijk willen de scholen voor voortgezet onderwijs zo snel mogelijk weten op hoeveel nieuwe inschrijvingen voor het volgende cursusjaar gerekend moet worden. De aantallen leerlingen bepalen nu eenmaal wat de bekostiging van de school zal zijn, hoeveel klassen er gevormd kunnen gaan worden en hoeveel docenten er aangesteld moeten worden.
De voorlichtingsdagen worden nu al vrij snel na de Kerstvakantie georganiseerd. Dat mag best zo blijven, maar dan zal de basisschool in eerste instantie moeten volstaan met een globaal voorlopig advies. Op grond van die indicatie kunnen leerlingen en hun ouders wat gerichter gaan kijken naar scholen voor voorgezet onderwijs.
Beter is die voorlichting op te schuiven naar een later tijdstip.
Samengevat ben ik voorstander van het afnemen van de eindtoets in februari. Begin april komen dan de resultaten ter beschikking en kan in diezelfde maand het schooladvies worden besproken met de ouders. In mei kunnen de voorlichtingsdagen door het voorgezet onderwijs georganiseerd worden en kan vervolgens inschrijving plaatsvinden. Eind mei kan alles dan afgerond zijn.
Mooi toch!