Column Jan Steigenga |
Onderwijs vraagt kwaliteit, geen extra uren
In het verleden heb ik al meerdere keren aangegeven dat als de overheid zich bemoeit met de inrichting van ons onderwijs, er vrijwel altijd verkeerde keuzes gemaakt worden. Keuzes, die niet in de eerste plaats gebaseerd zijn op kwaliteit, maar meer op financiële aspecten en kwantiteit. En daar is het onderwijs zeker niet mee gediend.
Neem nu de mega-kapitaalinjectie in Rotterdam-Zuid. Kinderen in de armste wijken gaan straks tien uur per week langer naar school. In de bestaande setting is dat zes uur. Dat is blijkbaar nog niet genoeg om de bestaande achterstanden weg te werken. We doen er nog maar weer vier uur bij. Het kan niet op als het om het Nationaal Programma Rotterdam Zuid gaat.
Door de uitbreiding van uren wordt in ieder geval bereikt dat de leerkrachten van de dertig scholen voor basisonderwijs op Zuid in de dagelijkse praktijk nog zwaarder belast worden. Daar staat dan geen extra vergoeding tegenover. De kosten in een grote stad liggen hoger dan erbuiten. Zo wordt het naar mijn idee nog moeilijker om leerkrachten te behouden dan wel aan te trekken.
Dan kom ik op de leerlingen. Die vormen toch stuk voor stuk de kern waar alles om draait?
De jongere leerlingen hebben over het algemeen een korte spanningsboog, kunnen zich slechts gedurende een beperkte periode focussen op een aandachtspunt. Naarmate ze ouder worden groeit die spanningsboog, maar die groei is niet oneindig.
Er moet dus gezorgd worden voor een afwisselend programma. Spanning en ontspanning moeten goed gepland worden. Daarbij moet rekening gehouden worden met piekmomenten. Wanneer nemen leerlingen beter nieuwe leerstof op? Wanneer moeten er creatieve lessen gepland worden? En hoelang kan een schooldag duren?
Allemaal vragen waarop pedagogische en didactische antwoorden gegeven moeten worden door mensen vanuit het onderwijs en niet vanuit de overheid!
Gedurende de ochtendschooltijd nemen de kinderen het meeste op. Het begin van de middagschooltijd is ook geschikt om moeilijker lesstof aan te bieden. Met name gedurende de latere middaguren wordt er vrijwel niets meer opgenomen. Ja, er zijn zelfs ukkies die in slaap vallen.
Genoeg reden om de meerwaarde niet te zoeken in het verlengen van de schooldag, maar om te kijken naar mogelijkheden om met name tijdens de zogenaamde productieve uren meer menskracht in te zetten. Dan juist zou het fantastisch zijn te kunnen werken met onderwijsondersteuning in de vorm van een onderwijsassistent. Dan krijgen we de mogelijkheid elke leerling passend te helpen.
Dus niet de oplossing zoeken in kwantiteit, maar in kwaliteit. Niet in uitbreiding van uren, maar in uitbreiding van onderwijsgevenden. Ik blijf het toch zeggen!