Ik heb een ome Jan. Ach, wie heeft hem niet? Altijd de baalsmurf in de hoek bij een verjaardag. Wordt steeds luidruchtiger met alcohol. Dan neemt ie niet meer heel beleefd een blokje kaas, maar dan gaat ie los op leverworst, augurk met cervelaat en de zoute sticks.
En dan komt het hele VVD programma eruit.
Hebben we nog bitterballen?
Tuurlijk ome Jan. We houden van je. Onvoorwaardelijk. Je bent een lieverd. Soms wat wereldvreemd, maar dat zijn alle ouwe liberalen. Niet die neo, dat zijn roofkippen zonder enig moraal.
Maar ome Jan gaat altijd los over de Wal. De ‘s Gravendijkwal. Kan ie niet meer met z’n grote Amerikaanse bak komen bij het Erasmus. Zolang ken ik ome Jan. Met een benzine slurpende vlakke Amerikaan. Wat een auto. De natte droom van iedere jongen uit de jaren 50. In ieder geval de mijne.
Over natte droom. Ben er komen wonen toen neon de Wal bepaalde. Woonde recht tegenover de Ritz en Lido. Naast de OQ. Met nog wat andere geweldige tenten. Piccadilly Circus in Rotterdam. Woon nu een stukkie verder op De Wal. Ook leuk.
Ome Jan wil met z’n yankee bak nog altijd met 160 naar het Erasmus MC rijden. Van mij mag ie.
Alleen, ome Jan, het is niet het bestemmingsverkeer dat je in de file duwt. Het is het doorgaande verkeer. Mensen die niet uit de auto zijn te branden en zo snel mogelijk van vinex naar spreadsheet op een bedrijventerrein willen rijden. En maar klagen bij de koffieautomaat. Terwijl m’n ome Jan maar niet kan doorrijden.