Mag ik eens op het grootorgel spelen?

15 August 2019, 11:54 uur
Columns
mainImage

Column Maurits Tompot |

Kosterlijke Ontdekking: Mag ik eens op het grootorgel spelen?

Bijna iedere woensdagmiddag kwam een tienjarig jongetje de toeristenwinkel van de Sint Janskerk binnen en vroeg honderduit over de orgels in de kerk.

‘Hoeveel pijpen heeft het grootorgel, meneer? Hoeveel registers en manualen? Werken alle blaasbalgen nog en hoeveel calcanten waren er vroeger in dienst? Zijn de tractuur, windladen, zwelwerken en tremulant nog origineel? Kan het koororgel ook samen met het grootorgel bespeeld worden of zijn beide instrumenten verschillend gestemd? Hoeveel concerten heeft Albert Schweitzer hier op het orgel van Jean Francois Moreau gegeven? Speelt Jean Guillou hier ook wel eens?’

En toen kwam de onvermijdelijke vraag:

“Meneer de koster, mag ik eens op het grootorgel spelen?

‘Wat zeg je me nou? Heb je al  je conservatorium diploma?’

Iedere woensdagmiddag kwam Sietze weer aangefietst en vroeg opnieuw:

‘Meneer, mag ik spelen, eventjes maar?

‘Nee, Sietze, echt niet.’

Ach toe, meneer, een paar minuutjes maar.’

‘Zal je het dan nooit meer vragen?’

Zijn gezicht klaarde op.

Hij gaf geen antwoord want zijn familie bezocht de Gereformeerd Vrijgemaakte kerk en daar lieg je niet.

Net voor sluitingstijd liepen we naar het koororgel waar ik de windmotor inschakelde.

‘Nou vooruit, laat maar eens wat horen, terwijl ik het rondje doe!’

De knaap trok wat registersknoppen open en speelde op twee manualen en het pedaal zonder bladmuziek het beroemde stuk van Bach: ‘Jesu bleibet meine freude’.

Tijdens mijn ommetje door de kerk, kreeg ik kippenvel van ontroering door het magnifieke muziekstuk dat in het Engels heet: ‘Jesu, Joy of Man’s Desiring’.

Terug bij het koororgel zag ik rechts het glas van de twaalfjarige Jezus stralen en herinnerde me de tekst: ‘Iedereen die Hem hoorde praten, stond verbaasd.’ Ik stond versteld van Sietze’s spel, maar liet het niet merken.  

‘Oke, dit klonk niet verkeerd, maar nu gaan we echt sluiten, hoor. Anders worden jouw ouders ongerust net zoals Jozef en Maria.’

De volgende week mocht hij een kwartiertje voor sluitingstijd spelen en na verloop van tijd musiceerde Sietze iedere woensdagmiddag op het koororgel. Hij gaf miniconcertjes en tientallen toeristen gingen er speciaal voor gingen zitten terwijl Sietze er triomfantelijk op los improviseerde.

En toen kwam het knaapje niet meer.

Eerst dacht ik dat zijn leermeester muzikale wildgroei wilde voorkomen maar jaren later hoorde ik dat de familie De Vries verhuisd was naar het hoge Noorden, Zuidhorn in Groningen.

Sietze had inmiddels naam gemaakt tijdens en na zijn studie aan de conservatoria van Groningen en Den Haag, door vijftien prijzen te winnen bij diverse orgelconcoursen, met als hoogtepunt het winnen van het internationale improvisatieconcours te Haarlem in 2002.

Inmiddels woont organist De Vries in zijn eigen kerk in Niezijl en is uitgegroeid tot een flinke vent van internationale statuur.

Dit jaar op zaterdagmiddag 24 augustus, concerteert hij in de Sint Jan te Gouda.

Reageren? [email protected]