Ik ben dol op tradities en geen Republikein. Maar toch was Koningsdag voor mij een zwarte dag.

Die werd getypeerd door een foto van een man langs de Koninklijke wandelroute. Hij stond achter een billboard met daarop de volgende tekst: de koning krijgt 3980 euro zakgeld per dag.

Met dank aan de journalist Peter Groenendijk die deze man met tekst opmerkte, want die ene zin omvatte precies de kern van deze koningsdag. In Rotterdam, in de armste stad van Nederland, geeft dit stadsbestuur het meeste geld uit aan een verjaardag en accentueert daarmee bewust het verschil tussen arm en rijk!

Onverantwoord.

Tot goed begrip. Ik heb mensen geweldig zien genieten en kinderen vooral. Ik ben dus niet tegen feesten, partijen en massaal valderalderie. Sterker nog: ik sta bij carnaval vooraan. Straks ook als Feyenoord gehuldigd wordt. Maar de kosten moeten wel binnen de redelijkheid blijven.

Ik hoorde de burgemeester zeggen dat een deel van die vier miljoen opgehoest wordt door sponsors. Ik wacht de afrekening in spanning af. Is dat éénderde? De helft? De dooddoener dat het meeste geld van deze 4 miljoen euro in beveiliging is gaan zitten maakt het alleen maar meer onverteerbaarder.

Rotterdam was één grote vesting met betonblokken, zwarte schermen, controlepoorten en een overdaad aan beveiligers. De gewone toeschouwer werd daarmee niet erg welkom geheten door de stad.

Die ooit zo geweldige traditie van een nationale volksdag, waar het truttige koekhappen, de eeuwige rommelmarkten, de feestvierende gewone mensen het straatbeeld bepaalden, werd dit jaar in Rotterdam getransformeerd naar een peperduur feest voor de Royals.

Jammer. En een gemiste kans. Maar wel passend in het beeld van een burgemeester die zichzelf als zonnekoning gedraagt en alles op alles heeft gezet om aan de zijde van de koning de goede sier te kunnen maken.

Rotterdam, wordt wakker.