Column Teun Rijsdijk
Fotografie vroeger en nu
Als er in de loop van de afgelopen jaren iets veranderd is, dan is het de fotografie. Toen ik, 55 jaar geleden, examen op de fotovakschool in Den Haag deed, werkten we nog met platencamera’s. Glazen platen van 12 x 16 cm. met een lichtgevoelige laag die in het donker in een cassette gedaan moesten worden.
Na de belichting werden ze ontwikkeld in een zelfgemaakte ontwikkelaar en gefixeerd in zelfgemaakte baden. Een uur spoelen en dan drogen. Pas dan kon je er een afdruk van maken, ook weer met zelf aangemaakte vloeistoffen.
De ontwikkelstoffen hadden soms moeilijke namen die we gemakshalve afgekort hadden.
Zo was er een ontwikkelstof die kortweg methol genoemd werd maar in werkelijkheid monomethylparamenofenolsulfaat heette. (bent u er nog?)
Veel mensen hadden wel een fototoestel, niet zelden een Agfa Clack of een vierkant boxje, maar die kwam alleen maar op hoogtijdagen uit de kast. Kleurenfilms waren er nog nauwelijks en dus waren de meeste foto’s gewoon in zwart-wit.
Toen, zo’n 50 jaar geleden, kwamen er aarzelend wat veranderingen: de spiegelreflexcamera kreeg een zogenaamde vlug-terug spiegel, Agfa kwam met automatische belichting en de kleurenfilm werd wat meer algemeen goed. Voorloper op dit gebied was de firma Kodak, een wereldconcern. Als je vakfotograaf was gebruikte je Kodak films en de firma kon dan ook tevreden achteroverleunen omdat wereldwijd de fotografen van hen afhankelijk waren. Dachten ze.
Toen diende zich een heel andere, nieuwe, ontwikkeling aan namelijk de digitale fotografie.
Ik herinner me dat ik een jaar of 25 geleden op de Fotokina was, de grootste beurs op het gebied van fotografie die om de twee jaar in Keulen gehouden wordt, en daar bij een stand van ik meen Ricoh, tafeltjes zag staan met aan kettinkjes kleine apparaatjes vastgemaakt, die digitale camera’s genoemd werden. De kwaliteit was zeer matig en mijn collega en ik zeiden tegen elkaar dat dat wel weer over zou gaan. Dat dacht ook de firma Kodak maar kijk, de technische ontwikkeling van de digitale camera’s ging snel, voor de fotoreus uit Rochester te snel, met als gevolg dat ze de boot misten en een paar jaar geleden failliet gegaan zijn.
Wie had dat ooit kunnen denken.
Inmiddels heeft de fotografie met mobieltjes, tablets een cameraatjes een ongekende vlucht genomen en ik heb me laten vertellen dat anno nu wereldwijd per dag meer foto’s gemaakt worden dan in de hele vorige eeuw bij elkaar.
Vorig najaar waren mijn vrouw en ik in Rome en moesten we voortdurend bukken om geen uitgestoken selfie stick tegen je hoofd te krijgen. Iedereen stond met zijn of haar rug naar het te fotograferen onderwerp, ze zagen het alleen maar op het schermpje, om een foto te maken waar ze vooral zelf op stonden want dat is kennelijk toch wel belangrijk. Om de foto daarna zo snel mogelijk wereldkundig te maken om te laten zien waar ze op dat moment waren.
Ik begrijp het, de techniek holt voort en er zijn al geruchten dat er over 20 jaar alleen nog maar met mobieltjes gefotografeerd zal worden maar ik denk toch nog met weemoed aan de tijd van vroeger toen je om een gelukte foto te maken heel wat technische handelingen moest verrichten.
Wat gelukkig wel gebleven is, is dat de man of vrouw achter het fotograferende toestel nog altijd de foto maakt, er gaat nog steeds geen belletje als er zich iets moois voordoet.
Dat is een rijke troost.