Een coronacrisis, een zorgcrisis, een wooncrisis, een energiecrisis, een financiële crisis. In deze tijd betekent het woord crisis onmiddellijk dat ouderen weer gebrandmerkt worden. De schuld van elke crisis wordt op dit moment in de schoenen van de ouderen geschoven.
Neem nou de coronacrisis die zo overduidelijk aan het licht heeft gebracht dat de zorg in Nederland is uitgekleed. Deze crisis leert ons dat door marktwerking een overheid vleugellam gemaakt wordt. Jarenlang de betaalbaarheid van de zorg drukken heeft bijgedragen aan een lagere capaciteit. Zie het tekort aan intensive care bedden, de mondkapjesaffaire en de chaos rond de vaccinaties bij de GGD.
Ook in de zorg hebben CDA, VVD, D66, PvdA in 2006 flink het mes gezet. Het ziekenfonds ging eruit en de zorgverzekeraars kwamen erin. Waarom moest nu juist het belangrijkste in het bestaan van de mens, de gezondheid, worden geliberaliseerd? Omdat het liberale gedachtegoed de ‘ik’ samenleving als het hoogste goed zag, dus stevig inzette op een terughoudende overheid. Omdat de liberalen het geloof in een hogere macht verruilde voor een grenzeloos geloof in de marktwerking. Omdat de liberalen een onmetelijk vertrouwen hadden in de kracht van het ondernemerschap. Daar werd de gezondheid van mensen en de zorg voor mensen aan overgeleverd.
Maar uiteraard zoals bij zoveel in de samenleving, was de op geld gestoelde liberale gedachte óók dat dit een manier was om de stijging van de ziektekosten tegen te gaan. De simpele economische wet was dat door concurrentie de prijs voor de zorg goedkoper werd en de wachtlijsten voor zorg daarmee werden weggewerkt.
En zie nu 15 jaar later wat het ons heeft gebracht. Die concurrentie en die marktwerking heeft elke samenwerking verdrongen. En juist deze samenwerking is zo hard nodig in de zorg. Huis(artsen), ziekenhuizen, medisch specialisten moeten met elkaar samenwerken om de kwaliteit van zorg te kunnen borgen en dat wordt tegengewerkt door concurrentie.
En is die zo gewenste tegenmacht tegen die overheid eigenlijk wel bereikt met die marktwerking? Vergeet het maar. De vier grootste zorgverzekeraars, Zilveren Kruis, VGZ, CZ en Menzis beheersen samen 90 procent van de markt en zijn daarmee oppermachtig. Een uiterst ongezonde situatie die de kwaliteit en vernieuwing in de zorg eerder frustreert dan stimuleert.
Het ergste is echter dat naast de chronisch zieken weer de ouderen - net als bij de AOW, net als bij de wooncrisis - het kind van de rekening zijn. De zorgverzekeraars richten zich namelijk vooral op mensen met één aandoening. Maar de vergrijzing brengt met zich mee dat ouderen vaak oud worden met meerdere aandoeningen zoals hartproblemen, diabetes, depressieve klachten, reuma. Dat vraagt om samenwerking van meerdere zorgaanbieders die over de grenzen van één ziekenhuis, van één specialist heen kijken. Dat schuurt met het concurrentiebeding wat door de zorgverzekeraars via de premie wordt ingezet.
Het knelt in de thuiszorg, de huisartsenzorg, de geneesmiddelenbranche. Ook de wachtlijsten in de Geestelijke Gezondheidszorg zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen. Marktwerking drukt heel erg op de kosten. Dat kunnen de liberalen succesvol noemen, maar in een vergrijzende samenleving noem ik het afknijpen van de zorg voor de ouderen. Een kwalijke zaak die totaal onacceptabel is.
De ouderen van nu waren de jongeren in de jaren vijftig, zestig, zeventig en tachtig. De wederopbouwjaren van Nederland. De jaren waar die ouderen van nu de barricade opgingen om te protesteren tegen de wereldoorlogen, de kruisraketten of om de seksuele revolutie op gang te krijgen. Het sterke gevoel van solidariteit werd een blauwdruk voor een overheid die haar ouderen tot op hoge leeftijd verzorgden. Onbegrijpelijk dat die overheid nu die ouderen zo bij het grofvuil zet. Misschien wordt het tijd om weer eens een barricade te gaan bestijgen!