Dág Bommel

21 March 2021, 09:16 uur
Columns
mainImage

Column Marianne de Jong |

Dág Bommel

Zo’n 1,3 miljoen televisiekijkers stonden de afgelopen periode in tweestrijd. Viel de keuze op het volgen van de vele uitzendingen in aanloop naar de verkiezingen? Of stond Chateau Meiland met stip op één? In de tijd dat veel Nederlanders hun corona-eenzaamheid proberen te verlichten met een nieuw huisdier, moesten de Meilandjes afscheid nemen van hun bulldog ‘Bommel’. Slechts 3 jaar oud, veel te jong, maar hij was óp: kapot van pijn door artrose, dat arme dier.

Sinds 2019 is het aantal kijkers dat de familie Meiland en hun dieren volgt meer dan verdubbeld. Vaak zijn hun belevenissen onderwerp van gesprek in de supermarkt. Sommigen vallen bij die gesprekken door de mand; ze houden bij hoog en bij laag vol dat ze de serie ‘afschuwelijk vinden’, maar weten tot mijn verbazing nog beter dan ik hoe het de Meilandjes vergaat.

Dus toen de verdrietige beslissing genomen moest worden om Bommel, die zulke hevige pijn leed, in te laten slapen, rouwden bijna 1,7 miljoen Nederlanders mee met zijn baasjes. Het bracht meer emotie teweeg dan onze nationale verkiezingen. Bommel neemt, naast Lassie, Flipper en Commissaris Rex, zijn plaats in in de rij van dierlijke beroemdheden. Een beetje wonderlijk is dat wel, want waar zijn illustere voorgangers werden ingezet voor het redden van mensen, daar moesten bij Bommel mensen juist van hém gered worden. Zo zie je maar: ook voor schurken is een ster gereserveerd op de boulevard.

Iedereen, die een huisdier heeft of heeft gehad, kent de immense vreugde die zo’n makker met zich mee brengt. Het is gezellig, je kunt er mee knuffelen, tegen praten en je hebt wat om voor te zorgen. Een huisdier geeft onvoorwaardelijke liefde, ook als zijn baasje eens een minder moment heeft. Of een baaldag. Dat voelen ze aan, ze bieden troost en afleiding. Nu we afstand van onze menselijke makkers moeten houden is een huisdier nog belangrijker geworden om de lege plekken van familie en vrienden in te vullen.

Helaas stond ik vorig jaar om deze tijd voor dezelfde moeilijke beslissing als de beroemde tv-familie; mijn kat was ziek en kon niet meer beter worden. Bij elk bezoek aan de dierenarts om er achter te komen wat hij scheelde hield ik hoop, hij ook. Zijn pootjes onveranderd strak om mijn nek geklemd: ‘Laat me niet los, ik wil jou ook niet loslaten’. Zijn hartje klopte tegen mijn wang. Een paar keer mocht hij mee naar huis met een medicijn of na een infuus. Slaat het aan?

De laatste keer mocht hij ook mee naar huis, maar dat wilde ik niet. Ik heb hem beetgehouden tot zijn hart het laatste klopje had geslagen. Voor hem zingen, zoals Erica dat heeft gedaan voor Bommel, kon ik niet. Wel heb ik hem in zijn doek gewikkeld, na een laatste knuffel en mijn bedankje voor alles wat hij voor mij had betekend. Wetende dat hij voorlopig de laatste in de rij zou zijn van prachtige, eigenzinnige katers die mijn leven blijer hadden gemaakt.

Toen wist ik niet dat Corona ons minstens een jaar aan huis gekluisterd zou houden. Voor mij is dat ongekend, want meestal ben ik om de zes weken toch een paar weken in mijn tweede vaderland, Spanje. Dat vond mijn kat niet leuk, maar in het begin ruilde hij mij met steeds groter gemak in voor zijn ‘pleegouders’ die met ontzettend veel liefde voor hem zorgden. Tot de laatste paar jaar; naarmate hij ouder werd, vond hij het steeds moeilijker om zoveel alleen te zijn.

Net als een mens waarschijnlijk. Als je je leven lang gewend bent om mensen om je heen te hebben of ze op te kunnen zoeken, dan wordt het steeds moeilijker om aan de leegte te wennen. Toen Corona toesloeg konden we niet anders dan in ijltempo aan leegte wennen. Vandaar de grote vraag naar Corona-huisdieren. Nu maar hopen dat zij straks, als het gewone leven zijn gang weer neemt nog steeds hun plek in huis mogen houden…

Bommel komt, in tegenstelling tot mijn kat, over een paar jaar weer naar huis. Hij wordt opgezet en krijgt een mooi plekje. Mijn kat niet, hij kijkt mij ondeugend aan vanaf een kleurenfoto die de buurman van hem heeft genomen en die uitvergroot in de kast staat. Wat kun je toch een verdriet hebben van het gemis van zo’n beestje. Maar vooral: wat kun je blij zijn, opgetogen, schaterlachen om de ontdekkingsreis van een kitten. Je hele leven houd je prachtige en bijzondere herinneringen. Zo waardevol.

Nog elke dag zeg ik ‘goedemorgen’ tegen hem. Zijn ondeugende oogjes geven mij een goede start van de dag. Of de nacht, als ik als laatste het lampje van de kast uit doe. ‘Dag mannetje’, denk ik dan, ‘tot morgen’.

Nu rouwen we samen met onze vaderlandse sterren, maar over een poosje keert hij terug in het hart van zijn familie: ‘Dág Bommel’.

‘Dág Bommel’ is verschenen in het Gouds Dagblad als column en op de site van de schrijver: Marianne de Jong.

Reageren kan via: [email protected]

Ga voor nog meer leuke, korte verhalen naar: www.coronkels.nl