Column Arjan van Essen |
Ziek
Het was onrustig in de klas. Wat ik ook deed, niets hielp. Het was niet tegen mij gericht, maar wel irritant. Het lukte me niet om verbinding te maken. Ik besloot de les stil te leggen en vroeg wat er aan de hand was.
Er bleek een ruzie aan de gang te zijn in de whatsappgroep van de klas. Normaliter bemoei ik me daar niet mee. Leerlingen mogen echt wel een ruimte hebben waar ze de dingen kunnen zeggen zonder gelijk op de vingers getikt te worden. Zo'n whatsappgroep is net als het fietsenhok vroeger. Daar kon je lekker afgeven op die stomme leraar. Om welke reden dan ook. Iedereen heeft recht op zijn eigen ruimte om even boos te zijn. Zeker als tiener is stoom afblazen op zijn tijd echt niet verkeerd.
Maar hier was iets anders aan de hand. Er werden verwensingen geuit op een manier die niets aan de verbeelding over liet.
Iemand die zich niet kon verdedigen werd weggezet als een kankerwijf. Drie leerlingen gebruikten dit woord, twee ervan zelfs meerdere keren en de rest was er tegen in opstand gekomen. Normaal gesproken zou ik blij geweest zijn met het zelfreinigende vermogen van mijn klas. Nu besloot ik in te grijpen. Vooral daar genoemde drie, bij navraag, van mening waren dat het wel los liep.
Ik vroeg de klas om stil aan het werk te gaan. Nadat ik de directie gemeld had wat ik ging doen, pleegde ik een paar telefoontjes en vroeg een collega om bij te springen.
Vervolgens ben ik de klas weer in gegaan en vroeg de drie leerlingen met mij mee te gaan. De rest van de klas ging naar de aula. Inmiddels had de collega zich bij ons gevoegd.
Gezamenlijk wandelden we de school uit en zetten koers naar de overkant van de weg. Op vragen wat we gingen doen, gaven we geen antwoord. De drie hadden nogal wat op- en aanmerkingen. Tot we bij het ziekenhuis kwamen en we richting hoofdingang koersten. Het werd stiller. Net voor de draaideur deelde ik ze mee dat we de kankerafdeling gingen bezoeken. Nu werd het helemaal stil.
We gingen naar binnen waar we opgewacht werden door een oncologie-verpleegkundige. Deze gaf een korte rondleiding met wat tekst en uitleg. We liepen de route die iedereen gaat waarbij kanker vermoed wordt. De wachtruime, radiologie, de scanafdeling, spreekkamer en een kijkje in de kamer waar je terecht komt na de operatie. Deze route was in die tijd bekend terrein voor me en het voelde vreemd om hier met drie gezonde jonge mensen te lopen die geen enkel benul hadden. Ze kregen wat te horen over chemokuren en verschijnselen die daarbij horen. Nou ja, er niet echt bij horen maar je krijgt ze er wel bij zeg maar.
Na een halfuurtje stonden we buiten en liepen terug naar school. Zwijgend. Op school hebben we nog een kwartiertje nagepraat in het lokaal. Meer gezeten dan gepraat eigenlijk.