Deze maand volgen we de familie Den Boer op hun Kaasboerderij De Twee Hoeven. Wat doen en maken ze zoal, wat komt er kijken bij het huidige boerenleven, welke activiteiten zijn er te beleven op de boerderij, en wat voor lekkers hebben ze ons te bieden. Vandaag: hittestress bij koeien.

Als de buitentemperatuur boven de 20°C uitkomt en de luchtvochtigheid hoog is, neemt het risico op hittestress bij koeien toe. Hittestress heeft invloed op de activiteit, melkproductie en gezondheid van koeien.

De optimale omgevingstemperatuur voor melkvee ligt tussen -5 °C en 18 °C. Bij een temperatuur van 20 °C en een luchtvochtigheid van 60 tot 80 % heeft een koe al last van de warmte. Een koe kan temperaturen tot 30 °C zonder problemen verdragen maar gebruikt dan wel extra energie om zich zelf te koelen.

Hittestress leidt tot een algehele malaise bij koeien, maar is vooral zichtbaar door minder voeropname (en minder melkgift), uier- en klauwproblemen. 

De oorzaak van hittestress is een combinatie van een te hoge temperatuur en luchtvochtigheid.

Kaasboerderij De Twee Hoeven neemt immer de nodige (voorzorgs)maatregelen om hittestress bij hun koeien te voorkomen:

De familie Den Boer zorgt immer voor voldoende fris, schoon en smakelijk drinkwater. "Verder zorgen we ervoor dat de stal goed is geventileerd, en maken zonnodig gebruik van (mobiele) ventilatoren. We voorkomen directe zoninval in de stal en laten het licht zoveel mogelijk via de zijgevels binnenkomen", vertelt boerin Willemijn den Boer.

Uiteraard doet de familie Den Boer aan siëstabeweiding: "De koeien gaan vroeg naar buiten en vroeg naar binnen. We halen de koeien op het heetst van de dag naar binnen en voeren daar bij of houden de koeien overdag binnen en doe ze ’s nachts naar buiten."

Daarnaast houdt de medewerkers van De Twee Hoeven de ligboxen ten alle tijden goed schoon en droog om mastitis te voorkomen. "In de stallen vernevelen we het water. Dit in combinatie met voldoende ventilatie zorgt ervoor dat de omgevingstemperatuur in de stal daalt. De koeien krijgen bovenal voldoende water. Niet gekoeld of te koud. De dieren dienen voldoende te kunnen drinken in relatief korte tijd", zo weet Willemijn.