Paul Rosenmöller is er geen voorstander van de zomervakantie in te korten en in die periode lessen in te halen die leerlingen nu missen vanwege het coronavirus. Die periode kan wel worden gebruikt voor de meest kwetsbare groep, leerlingen met een grote achterstand. Dat zei de voorzitter van de VO-raad, die schoolbesturen in het voortgezet onderwijs vertegenwoordigt, in het televisieprogramma Kassa.

"De situatie van nu was twee maanden geleden nog totaal ondenkbaar. Leraren leveren nu een gigantische prestatie. Ze zijn in staat geweest om binnen korte tijd onderwijs op afstand te organiseren", aldus Rosenmöller. "De werkdruk in het onderwijs was al hoog en wordt nu nog hoger. Leraren hebben die vakantie straks echt verdiend."

Uit een enquête is gebleken dat 20 procent van de leerlingen nu een achterstand oploopt, aldus Rosenmöller. "We moeten wel een relativerende kanttekening maken: van je 4e tot je 16e of 18e zit je op school. We zijn nu vijf weken verder en het onderwijs gaat op een bepaalde manier door. Veel leerlingen kunnen het been straks wel weer bijtrekken. Dinsdag wordt een hele belangrijke avond. Wat gaat het kabinet beslissen? Als de scholen nog langer dicht blijven, wordt het vraagstuk groter."

Rosenmöller ziet veel goede initiatieven, vanuit scholen en de maatschappij. De oud-partijleider van GroenLinks is zelf bijvoorbeeld een maatje ('buddy') van een leerling op een middelbare school en zorgt voor individuele begeleiding.