Op de kop af 90 jaar geleden, in de nacht van 12 februari 1929, brandde de brandweerkazerne aan de Nieuwehaven tot op de grond toe af. Er vielen geen gewonden, maar de brandweerkazerne en het naastgelegen gebouw van Gemeentewerken (een timmerloods) waren verloren.
In de strenge winter van 1928-1929 brandden in ons land enkele bekende gebouwen af. Zo werd in Leiden het stadhuis getroffen, in Amsterdam het theater en in Vlaardingen een modehuis. En dus ook de Goudse brandweerkazerne, gevestigd op het terrein van het voormalige Clarissenklooster aan de Nieuwehaven.
Het was een koude nacht, het vroor vijftien graden. Het bluswater zorgde voor een ijslaag op het gebouw. Door de strenge winterse temperaturen zagen de Gouwenaars de volgende ochtend het gebouw was veranderd in een ijspaleis.
90 jaar geleden, in de nacht van 12 februari 1929, brandde de brandweerkazerne aan de Nieuwehaven in #Gouda af. Door de strenge winterse temperaturen zagen de Gouwenaars de volgende ochtend het gebouw veranderd in een ijspaleis: https://t.co/yjAwtRXWvl. @BRW_HM pic.twitter.com/dXxuV2OeGl
— Streekarchief Midden-Holland (@StreekarchiefMH) 12 februari 2019
De brand in de brandweerkazerne brak rond drie uur in de nacht uit en ontstond in de ketelkamer. Het duurde overigens even voordat de brand werd ontdekt. De brandwacht, een brandweerman en een monteur, waren op dat moment voor hun dienst in Sociëteit Ons Genoegen voor een carnavalsviering. Nadat zij de brand in de smiezen hadde, sloegen zij alarm. Opperbrandmeester Nugteren, die tijdelijk met een aantal brandmeesters in hotel De Zalm woonde, nam de leiding.
Een sterke oostenwind wakkerde de brand later in de nacht steeds verder aan. Dat was voor burgemeester Gaarlandt het sein om de hulp van de Rotterdamse brandweer in te roepen. Tientallen brandweerlieden en een spuit waar 4000 liter per minuut uitkwam, zorgden er uiteindelijk voor dat de brand niet verder oversloeg.
Het gebouw werd door de kou en het bluswater bedekt door een ijskleed. De straat voor de kazerne was een ijsbaan. Na uren blussen was het gevaar geweken, van de gebouwen waren slechts de muren over. Rond 08u00 gaf de opperbrandmeester 'brand meester' en begonnen de brandweermannen met nablussen. De brandweerlieden hadden het zwaar te verduren. Door het bluswater kregen ze het al snel koud en raakten ze onderkoeld. Daarbij waren ze al de hele nacht op. De brandweermannen leken inmiddels op ijsmannen.
Eind 1929 werd begonnen met de bouw van een nieuwe brandweerkazerne aan de Nieuwehaven. Die is tot het begin van deze eeuw blijven bestaan. Inmiddels is de brandweerkazerne gevestigd aan de Keerkring.
Bron en foto: Streekarchief Midden-Holland