Nederland bereikt de limiet van het aantal arbeidsmigranten die het land in kunnen. Dat zegt het hoofd van de Arbeidsinspectie Rits de Boer in een interview met de Volkskrant.

Inspecteur-generaal De Boer ziet in Nederland naar eigen zeggen veel tekenen dat het land niet nog meer arbeidsmigranten aankan. Hij doelt daarmee onder meer op dakloze Polen die in tentenkampen tussen Scheveningen en Den Haag bivakkeren. Ook bouwplaatsen waar matrassen, slaapzakken en kookstelletjes worden aangetroffen omdat de mensen die er werken er ook moeten slapen en eten baren hem zorgen.

"Nog eens duizenden busjes met een lekke brandstofpomp uit Oost-Europa brengen onze milieudoelen niet dichterbij", zegt De Boer. "Nog eens honderdduizend mensen per jaar erbij voor wie je geen huizen kunt bouwen vanwege de stikstofbeperkingen heeft negatieve gevolgen voor die mensen zelf, maar ook voor de leefbaarheid van onze wijken. Nog meer arbeidsmigratie leidt tot nog meer miserabele woon- en werkomstandigheden."

De Boer doet zijn uitspraken op het moment dat de vier formerende partijen onderhandelen over migratie. Als het aantal arbeidsmigranten ongeremd blijft doorgroeien, dan zullen zij volgens De Boer steeds vaker in "miserabele woon- en werksituaties" worden aangetroffen.

"Arbeidsmigratie leidt op papier weliswaar tot een groei van het bruto binnenlands product, maar er zijn allerlei kosten die niet worden ingeprijsd: extra druk op de woningmarkt, het onderwijs, het energienet, de zorg", aldus De Boer. En: "Extra bedrijvigheid in de ene plaats kan leiden tot druk op de woningmarkt in omliggende plaatsen."